Vraag: Wat is droeviger dan een file?
Antwoord: Een file in de mist. Om tien voor tien, later dan ik hoopte, rijd ik het Brabantse vestingstadje Heusden binnen. Direct na het passeren van de vestingwal parkeer ik de auto en het eerste uur dwaal ik door het fraai gerestaureerde stadje, dat gehuld is in een gewaad van mist, in een decor van rust. |
Zowel bij de Kapel naast de Roomse kerk als bij het stadhuis (annex bezoekerscentrum) ga ik even naar binnen.
In de kapel staat het beeld Maria van Heusden dat volgens de overlevering na de Elisabethsvloed in 1421 vanuit Aalburg tegen de stroom in aanspoelde in Heusden. In het stadhuis staat een prachtige maquette (30 m²) van het stadje; elk huisje en elk gebouw is 200 keer verkleind nagemaakt. |
Op deze plek stond overigens ooit een van de mooiste stadhuizen van Nederland. Op 5 november 1944 werden, vier uur voordat de Schotse tanks Heusden binnenreden, door de Duitsers alle hoogste punten opgeblazen om te voorkomen dat de geallieerden deze als uitkijkpost konden gebruiken. Een plaquette herinnert aan de ramp waarbij 134 mensen omkwamen.
Ik laat de stad achter me en wandel over een dijkje naar het veer over de Bergsche Maas. Het is alsof ik in een oude zwart-witfoto loop: de mist heeft de kleur uit de natuur weggetrokken en grotendeels veranderd in grijstinten.
De vogels lijken de in zichzelf gekeerde sfeer goed aan te voelen en stemmen het geluidsvolume van hun zang erop af. Een tjiftjaf - de eerste lentebode onder de zangvogels - 'tjiftjaft' zachtjes voor zich uit. Een merel fluistert dromerige toonladders.
Zelf ook wegdromend loop ik bijna aan het veer voorbij tot ik het plotseling zie liggen, een geelmetalen gevaarte waarop twee slaghekken langzaam dichtdraaien. Ik trek een sprintje en de hekken draaien weer open, de veerbaas zwaait vriendelijk. De overvaart blijkt gratis.
De vogels lijken de in zichzelf gekeerde sfeer goed aan te voelen en stemmen het geluidsvolume van hun zang erop af. Een tjiftjaf - de eerste lentebode onder de zangvogels - 'tjiftjaft' zachtjes voor zich uit. Een merel fluistert dromerige toonladders.
Zelf ook wegdromend loop ik bijna aan het veer voorbij tot ik het plotseling zie liggen, een geelmetalen gevaarte waarop twee slaghekken langzaam dichtdraaien. Ik trek een sprintje en de hekken draaien weer open, de veerbaas zwaait vriendelijk. De overvaart blijkt gratis.
Opnieuw ben ik in de Bommelerwaard. De vorige keer was ik in Aalst gestopt. Vanwege het gebrekkige openbaar vervoer in deze contreien, loop ik vandaag het volgende deel van het Pelgrimspad als rondwandeling met Heusden als start- en eindpunt.
Ik sla rechtsaf, de alternatieve route in. Dit stuk ziet er wat minder interessant uit dan de officiële route die ik straks onder een doorgebroken zon hoop af te leggen.
Ik sla rechtsaf, de alternatieve route in. Dit stuk ziet er wat minder interessant uit dan de officiële route die ik straks onder een doorgebroken zon hoop af te leggen.
Niets klinkt zo melancholiek als de roep van een wulp in de mist. Sinister krassende roeken doen daar nog een schepje bovenop vanuit hun broedkolonie boven in hoge populieren.
Een tijdje zit ik op een boomstronk, te midden van kromme knotwilgen langs de Afgedamde Maas. Boomkruipers fluiten hun hoge, naald-dunne liedje. Een nieuwsgierige koolmeesman komt op twee meter afstand een kijkje nemen. Een overvliegende gaai geeft een perfecte imitatie weg van een mauwende buizerd. Een lichtgevende geelgroene golf blijkt een langsvliegende groene specht die zich gauw verstopt tegen de achterkant van een boomstam. Iets ten zuidoosten van Nederhemert loop ik een interessant ogend buitendijks gebied in. Dit is zo'n natuurontwikkelingsgebied waar ik blij van word. Groene weiden lopen langzaam over in kronkelende lage oevers en zandplaten met daarachter de dode rivierarm die hier brede plassen vormt. |
Watersnippen schieten op vanuit het gras terwijl ze hun kenmerkende raspende geluid laten horen. Op de zandplaatjes in de verte rusten grutto’s, wulpen, kieviten, tureluurs, scholeksters. Daarachter op het water wintertalingen, smienten, kuifeenden, grauwe ganzen.
Overal klinkt het voorjaar. Hier in de buurt werd op 5 maart het eerste kievitsei gevonden. Om de vogels niet te verstoren blijf ik op ruime afstand lopen. |
|
Om kwart over een bereik ik de plek waar een klein veer de verbinding onderhoudt tussen Nederhemert-Noord en Nederhemert-Zuid (het laatste hier ook bekend als ‘Het Eiland’). Het kleine pontje komt meteen vanaf de overzijde mijn kant op, hoewel ik de enige ‘klant’ ben. De schipper vertelt dat hij nu zes jaar ‘heen en weer’ vaart in dit zeer rustige gebied. Op het elektrisch aangedreven kabelpontje passen een paar auto’s, maar volgens de veerman zijn de passagiers vrijwel allemaal wandelaars en fietsers.
Toen het pontje in 2008 de naam ‘Drs. P’ kreeg en de naamgever werd uitgenodigd om aanwezig te zijn, schreef deze in zijn kenmerkende stijl: ‘Uiteraard voel ik me zeer gevleid. Ik ben trots dat het fraaie en nuttige schip mijn naam zal dragen. Evenwel zal ik, gezien mijn lichamelijk verval, het heuglijke evenement niet kunnen bijwonen. Wel wens ik u en alle overige aanwezigen een aangenaam verloop toe – en mocht er toch een feestje aan verbonden zijn, dan hoop ik dat dit levenslustig zal uitvallen.’ |
Aan de overzijde nader ik kasteel Nederhemert. Mijn komst wordt aangekondigd door twee ‘klepperende’ ooievaars op hun nest boven in een eik. Als wachtposten overzien ze de omgeving. In de slotgracht rusten wintertalingen op het spiegelende water.
Het kasteel is gerestaureerd aan het begin van deze eeuw. De grote zaal dient als locatie voor bruiloften; de kelder is een vleermuizenreservaat. Het slot wordt omgeven door een oud bos met prachtige eiken, statige beuken en twee reusachtige sequoia’s. Het schijnt dat het zaad waaruit deze twee ‘mammoetbomen’ voortkomen in 1816 door de toenmalige eigenaar is meegenomen uit Sint-Petersburg waar hij het huwelijk bijwoonde van kroonprins Willem II en Anna Paulovna. De temperatuur stijgt richting waarden die ze de afgelopen dagen ook wist te bereiken (op drie dagen deze week werden warmterecords gebroken). |
|
Zo grauw als de dag begon, zo fel blinken nu de kleuren. Het is alsof de hemel met een muisklik veranderd is van grauw in blauw en het gras van grijs in groen. Maar nee, een computer zou de kleurschakeringen nooit zo genuanceerd op het scherm kunnen toveren. Zelfs een goede landschapsschilder zou hier z’n penseel in berusting en bewondering terzijde leggen. Berusting bij het besef dat hij dit nooit in verf op het doek kan vangen; bewondering voor de Schepper die dit bedacht heeft.
Vier uur, terug in Heusden. Bitter lemon op het terras van ‘In den verdwaalden koogel’ op de Vismarkt. Het is warm, de jas kan uit. Het terras zit vol, de sfeer is genoeglijk, het Brabantse dialect vloeit over de tafels. Het is een mooie wandeling geweest. |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
Merel
zachte toonladders - de merel droomt van warme zomeravonden (Heusden) |
Tjiftjaf
troosteloze mist tweetonig fluit een tjiftjaf eentonig blijft het (Heusden) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|