'Te halftien kwamen wij altijd den dijk gevolgd zijnde, te Workum aan. Deze stad houdt zich door eenige fabrieken, zeepziederijen, steenbakkerijen en kalkovens nog staande en heeft nog rijke inwooners. Op het oog is zij zelfs fraai [...] Wij liepen de stad rond, of liever langs want zij bestaat voornamelijk uit twee lange wallen aan den gracht. In de oude kerk die van den toren gescheiden is, zagen wij predikstoel, banken, draagbaren van gilden enz. alles beschilderd en met versjens verrijkt. Het stadhuis is nogal merkwaardig en de winkels zeer fraai.’ (Jacob van Lennep. Nederland in den goeden ouden tijd, zijnde het dagboek van hunne reis te voet, per trekschuit en per diligence van Jacob van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp door de Noord-Nederlandsche provintiën in den jare 1823. Bussum: Unieboek b.v., 1980)
Zuiderzeepad, etappe 20
Workum - Ferwoude - Allingawier - Makkum - Kornwerderzand - Afsluitdijk (18 km)
Vrijdag 7 februari 2020
Er is een kwestie om over na te denken, het is tijd voor een lange wandeling. Filosoof Jean-Jacques Rousseau schreef in de achttiende eeuw al dat wandelen de gedachtewereld stimuleert en verlevendigt. En dat zijn lichaam in beweging moest zijn om zijn brein aan de gang te krijgen. Het bijzondere is dat ik vandaag tijdens mijn wandeling geen moment over de kwestie nadenk, maar dat op de terugweg in de auto als vanzelf verhelderende inzichten boven komen drijven die het probleem misschien niet doen verdwijnen, maar wel terugbrengen tot de juiste proporties en die bovendien openingen bieden tot oplossingen. Ik ben ervan overtuigd dat wandelen dit positieve effect heeft op de hersenen. Wandelen is een pad volgen en zo orde scheppen in de chaos. |
Op een heldere nacht, met de eerste nachtvorst van 2020, volgt een dag waarop de zon vanaf opkomst (08:13) tot ondergang (17:39) Nederland in een weldadig licht zet, de eerste zonovergoten dag in 'twintig-twintig'.
Van zuid naar noord door Holland en via de Afsluitdijk naar het land van de Friezen. Auto geparkeerd in Makkum en met de buurtbus van 12.00 uur (dat is de eerstvolgende mogelijkheid na 9.00 uur) naar Workum. Ik raak aan de praat met de chauffeur die enkele opmerkelijke carrièrewendingen maakte. Hij komt oorspronkelijk uit Medemblik, waar hij het slagersvak beoefende. Daarna emigreerde hij naar de Ardennen om een hotel te runnen en nu is hij buschauffeur in Ferwoude. Halverwege de rit stapt een met grijze manen omhulde kunstenaar in de bus. Hij blijkt ooit docent kunstvakken te zijn geweest en we praten verder over het onderwijs, altijd een dankbaar onderwerp.
Van zuid naar noord door Holland en via de Afsluitdijk naar het land van de Friezen. Auto geparkeerd in Makkum en met de buurtbus van 12.00 uur (dat is de eerstvolgende mogelijkheid na 9.00 uur) naar Workum. Ik raak aan de praat met de chauffeur die enkele opmerkelijke carrièrewendingen maakte. Hij komt oorspronkelijk uit Medemblik, waar hij het slagersvak beoefende. Daarna emigreerde hij naar de Ardennen om een hotel te runnen en nu is hij buschauffeur in Ferwoude. Halverwege de rit stapt een met grijze manen omhulde kunstenaar in de bus. Hij blijkt ooit docent kunstvakken te zijn geweest en we praten verder over het onderwijs, altijd een dankbaar onderwerp.
De vorige keer was ik Workum vanuit het zuiden binnengelopen, over de straat met de naam 'Súd'. Nu laat ik me aan de noordrand van het stadje afzetten en loop door 'Noard', een klinkerweg geflankeerd door lage huisjes die me leidt naar de Merk, het centrale plein.
Ik lunch in restaurant Folkerts, met uitzicht op de Grote of Sint-Gertrudiskerk en de Waag, twee gebouwen als symbolen voor de wekelijkse taken, religie voor de zondag en handel voor de rest van de week. De wollen zadelhoes van een geparkeerde fiets wordt geplunderd door twee kauwen die kennelijk al met nestbouw zijn begonnen. Het is een grappig gezicht, maar de eigenaar van de fiets die enkele tafeltjes verderop zit, krijgt het op een gegeven moment ook in het vizier. Hij loopt naar buiten, trekt een plastic tas over de zadelhoes en gaat tevreden weer achter z'n koffie zitten. |
Met een eenvoudige doch voedzame lunch achter de knopen start ik m'n wandeling. Een smal steegje leidt me vanaf de Merk naar de 'Tillefonne', wat geen Fries blijkt te zijn voor telefoon, maar een samenvoeging van de Friese woorden voor bruggetje (tille) en perceel grond voor het weiden van kalveren (fonne). Het historische 'kerkenpad' met deze naam voert me het weidse landschap in: kronkelende één-steens-paden leiden uitgestrekte groene weiden in met witte bruggetjes, verspreid liggende boerenhoeven, kerktorens en windturbines op de horizon en altijd wel ergens een bochtig en tochtig dijkje waarover het pad verder voert.
Veel boerenhoeven zijn getooid met 'ûleboarden', de traditionele driehoekige houten borden op het dak, versierd met twee witte zwanen en met een rond gat waardoor kerk- en steenuilen naar binnen konden. Die hebben hier tegenwoordig niet zoveel meer te zoeken: op de omringende landerijen gedijt een groene monocultuur van Engels raaigras. Overbemeste biljartlakens die met landbouwgif en lage grondwaterstand in toom worden gehouden. Voor kruiden, insecten, muizen en weidevogels is hier niets meer te halen. Al dat groene gras trekt ganzen aan en die moeten van de provincie dan weer worden afgeschoten. Als je eenmaal begint met onnatuurlijke ingrepen dan is de negatieve spiraal kennelijk niet meer te stoppen. Gelukkig zijn er steeds meer boeren die het anders aanpakken. 'Natuurinclusief boeren' en 'kringlooplandbouw' vinden, hoewel nog met vallen en opstaan, steeds meer ingang.
Een mooi kerkje trekt me richting het dorpje Ferwoude, waar je binnen een minuut doorheen loopt. Waarna de groene velden zich weer voortzetten. Het IJsselmeer is nabij, maar krijg je bijna niet te zien. Drie geluiden voeren vandaag de boventoon:
(1) 'Hoi!' De informeel klinkende groet waarmee iedere passerende Fries me gedag zegt.
(2) 'Gak-gak!' Het geluid van duizenden kol- en brandganzen die de hemel vullen nadat ze zijn opgeschrikt.
(3) 'Woesj-woesj-woesj!' De draaiende wieken van een windturbine in de wind, dit deel van Friesland staat er vol mee. Overigens, ook zonnepanelen vinden hier gretig aftrek, bijna alle boerderij-daken zijn ermee bedekt en vandaag zie ik minstens vier klusbussen die zonnepanelen aanbrengen op een nog leeg pannendak. Hier wordt werk gemaakt van duurzame energie.
(1) 'Hoi!' De informeel klinkende groet waarmee iedere passerende Fries me gedag zegt.
(2) 'Gak-gak!' Het geluid van duizenden kol- en brandganzen die de hemel vullen nadat ze zijn opgeschrikt.
(3) 'Woesj-woesj-woesj!' De draaiende wieken van een windturbine in de wind, dit deel van Friesland staat er vol mee. Overigens, ook zonnepanelen vinden hier gretig aftrek, bijna alle boerderij-daken zijn ermee bedekt en vandaag zie ik minstens vier klusbussen die zonnepanelen aanbrengen op een nog leeg pannendak. Hier wordt werk gemaakt van duurzame energie.
Een terp biedt het podium dat de oude huisjes van het dorpje Allingawier nodig hebben om te stralen over de omliggende landerijen. Het blijkt een nostalgisch museumdorp te zijn dat nu gesloten is. Hier woont niemand, hier wordt het verleden getoond. Helemaal verlaten is het dorp niet, een zwarte kraai schooiert langs de boomtoppen tegen de blauwe achtergrond van de hemel. Een manier van vliegen die aan een slenterend kind doet denken: drentelen van links naar rechts en weer terug, hier even stilstaan, daar even een sprintje maken en intussen goed opnemen wat er rondom gebeurt.
Makkum. Vanmorgen liep ik er al even rond, wachtend op de bus naar Workum. Toen liep het hele dorp uit naar de dijk, waar de Moonrise, het grootste ooit in Nederland gemaakte jacht (100 meter) uit de enorme hal van Koninklijke De Vries Scheepsbouw te voorschijn kwam. Een glimp ving ik op van het witte zeekasteel, dat voortschoof langs het buitendijkse natuurgebied de Makkumerwaarden, daarna moest ik me haasten richting bushalte.
Nu heb ik meer tijd, de zon schijnt, ik zwerf door dorpsstraatjes, langs Grote Zijlroede en over de dijk. Scheepsbouw en watersport zijn hier belangrijke bronnen van inkomsten. Daarnaast is het Makkumer Aardewerk van de Koninklijke Tichelaar beroemd. Restaurant It Posthus op het Plein gaat pas om zes uur open en hoewel het pas over een kwartier zover is, herkent de barvrouw een naar koffie snakkende wandelaar voor het raam en laat hem binnen.
Tot slot: op naar de Afsluitdijk, het spektakelstuk van ingenieur Cornelis Lely, het paradepaardje van waterbouwkundig Nederland!
Omdat de dijk op dit moment vernieuwd en versterkt wordt, is deze voor wandelaars (en fietsers) enkele jaren niet begaanbaar. Ik weet niet of ik anders deze tweeëndertig-kilometer-lange-wandeluitdaging aangegaan was; nu hoef ik deze afweging gelukkig niet te maken.
Vanmorgen was ik al in het Afsluitdijk Wadden Center bij Kornwerderzand, waar een interessante expositie te zien is over stormen, overstromingen, plannen en uitvoering van de bouw van de Afsluitdijk (klaar in 1932). Ook de vernieuwingsplannen (klaar in 2023) worden hier gepresenteerd: versterken van het dijklichaam, verbeteren van de rijksweg A7, bouw van extra pompen en spuisluizen.
Een prachtig plan vind ik de bouw van een vismigratierivier, een vier kilometer lange, slingerende rivier die de zoute Waddenzee verbindt met het zoete IJsselmeer, een soort ecoduct, maar dan voor vissen. Speciaal voor trekvissen die leven in zout water, maar voor hun voortplanting afhankelijk zijn van zoet rivierwater. Paling, spiering, bot, steur en zalm; rivierprik en stekelbaarsje ook. De lengte zorgt ervoor dat vissen langzaam wennen aan het veranderende zoutpercentage. Het zoute water komt niet het IJsselmeer in, maar komt hooguit tot tweederde deel van die vier kilometer. Straks weer steuren in de IJssel of zalmen in de Rijn? Wie weet!
Omdat de dijk op dit moment vernieuwd en versterkt wordt, is deze voor wandelaars (en fietsers) enkele jaren niet begaanbaar. Ik weet niet of ik anders deze tweeëndertig-kilometer-lange-wandeluitdaging aangegaan was; nu hoef ik deze afweging gelukkig niet te maken.
Vanmorgen was ik al in het Afsluitdijk Wadden Center bij Kornwerderzand, waar een interessante expositie te zien is over stormen, overstromingen, plannen en uitvoering van de bouw van de Afsluitdijk (klaar in 1932). Ook de vernieuwingsplannen (klaar in 2023) worden hier gepresenteerd: versterken van het dijklichaam, verbeteren van de rijksweg A7, bouw van extra pompen en spuisluizen.
Een prachtig plan vind ik de bouw van een vismigratierivier, een vier kilometer lange, slingerende rivier die de zoute Waddenzee verbindt met het zoete IJsselmeer, een soort ecoduct, maar dan voor vissen. Speciaal voor trekvissen die leven in zout water, maar voor hun voortplanting afhankelijk zijn van zoet rivierwater. Paling, spiering, bot, steur en zalm; rivierprik en stekelbaarsje ook. De lengte zorgt ervoor dat vissen langzaam wennen aan het veranderende zoutpercentage. Het zoute water komt niet het IJsselmeer in, maar komt hooguit tot tweederde deel van die vier kilometer. Straks weer steuren in de IJssel of zalmen in de Rijn? Wie weet!
Bij avond rij ik over de Afsluitdijk terug, van Zurich naar Den Oever, links zoet water, rechts zout. Deze dijk zorgde in 1932 voor het einde van de Zuiderzee en daarmee ook voor het einde van de Zuiderzeecultuur in de Zuiderzeestadjes. Maar tegelijk heeft hier sinds dat jaar geen overstroming meer plaatsgevonden, een veilig idee. Tegen de achtergrond van het opvlammende goud van de ondergaande zon, kijkt een bronzen Lely trots uit over de winderige waterkering en over een getemd IJsselmeer.
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Kauw
een kauw op de fiets plukt het wollen zadeldek - imitatieschaap (Workum) |
Zwarte kraai
zwart zwalkt hij door blauw de spaarzame vleugelslag maar nét voldoende (Allingawier) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|