Trekvogelpad, etappe 18
Brummen - Bronkhorst - Wichmond - Kasteel Vorden - Ruurlo (32 km)
Onder een lichtblauwe hemel met witte vegen verlaat ik het plaatsje Brummen. De bossen van de Veluwe laat ik definitief achter me, de ontwakende uiterwaarden van de IJssel strekken zich voor me uit. Daarachter, tegen de Duitse grens, sluimert de Achterhoek.
Laag staat nog de nazomerzon, nevelig zijn de bosrijke doorkijkjes bij de buitenplaatsen 'Spaensweerd' en 'De Wijde Landen'. In de bomen uitgesneden uil-figuren zien toe op het mooi aangelegde landgoed waar ongetwijfeld voldoende muizen leven om een echte uilenfamilie in leven te houden.
Na een bocht in de weg sta ik aan de oever van de Gelderse IJssel, het Bronkhorsterveer vaart net weg. Dat geeft mij de gelegenheid om even langs de oever van deze vriendelijke rivier te wandelen. Wat maakt deze stroom zoveel aangenamer dan andere grote Hollandse rivieren? Het zal iets te maken hebben met het lome meanderen, de landelijke omgeving, de niet al te nadrukkelijke breedte (je kunt de mensen aan de overkant horen praten).
Enkele jaren geleden heb ik met mijn zoon Sander, nadat hij zijn rijbewijs had gehaald, een 'roadtrip' gemaakt langs de Gelderse IJssel. Honderd kilometer, vanaf de plek waar de rivier ontspringt als aftakking van de Rijn, bij Westervoort onder Arnhem, tot de plaats waar deze in het Ketelmeer uitmondt, achter Kampen. Bij deze tweedaagse tocht, boden de prachtige oude Hanzestadjes (Doesburg, Zutphen, Deventer, Hattem, Kampen) mooie gelegenheden voor een uitgebreide en culinair aantrekkelijke tussenstop.
Enkele jaren geleden heb ik met mijn zoon Sander, nadat hij zijn rijbewijs had gehaald, een 'roadtrip' gemaakt langs de Gelderse IJssel. Honderd kilometer, vanaf de plek waar de rivier ontspringt als aftakking van de Rijn, bij Westervoort onder Arnhem, tot de plaats waar deze in het Ketelmeer uitmondt, achter Kampen. Bij deze tweedaagse tocht, boden de prachtige oude Hanzestadjes (Doesburg, Zutphen, Deventer, Hattem, Kampen) mooie gelegenheden voor een uitgebreide en culinair aantrekkelijke tussenstop.
Samen met vier fietsers en een andere wandelaar word ik door het veer overgevaren, van linkeroever naar rechteroever. Zo'n overtocht, hoe kort ook, bezorgt je altijd iets van een ontspannen vakantiegevoel.
Aan de overkant begint een land waar de tijd langzamer gaat en het leven gemoedelijker is. Een bord kondigt aan dat de Achterhoek hier al begint. Vroeger op school leerde ik nog de naam 'De Graafschap', maar die streekaanduiding hoor je niet veel meer. Het klinkt toch wat deftiger dan 'De Achterhoek'.
Via een rechte weg door de Bronkhorster waarden en na het passeren van de winterdijk, kom ik in 'het kleinste stadje van Nederland', zoals Bronkhorst zichzelf graag aanprijst. Dat die verkooptruc werkt, blijkt uit de kleine groepjes toeristen die hier over de met veldkeien geplaveide straatjes slenteren langs de verspreid staande, mooi gerestaureerde huizen en die op de terrasjes genieten van het mooie weer. Behalve horecagelegenheden vind je hier een edelsmid, een kaarsenmakerij, een winkeltje uit grootmoeders tijd en ook een Dickensmuseum, dat echter in oktober gaat sluiten. Ik stap hier naar binnen en speel even met de gedachte om als een van de laatste bezoekers dit museum te bewonderen, maar de vervallen staat van de getoonde uitstallingen weerhouden me er toch van. |
|
Ik verlaat het dorp, pardon, het stadje. Volgens de wandelgids moet ik door een elzenlaantje, maar dat blijkt een essenlaantje te zijn. Het is echter de vraag hoelang nog. De essen lijden hier - net zoals op veel plaatsen in Nederland - aan de gevolgen van de essentaksterfte, een schimmelziekte, en lijken het niet lang meer te maken. Wie weet worden hier binnenkort elzen geplant. En hoe moet het dan met de essen in Nederland? Net zoals indertijd bij iepen (die door de iepenziekte sterk in aantal zijn afgenomen), lijken er ook essen te zijn die resistent zijn tegen de ziekte. Mogelijk kunnen deze zorgen voor nieuwe aanwas.
Urenlang loop ik vervolgens door het fraaie coulisselandschap van de Achterhoek, kleinschalig en verstild. Hier is het fijn wandelen. Het brein komt als vanzelf in een inactieve toestand die bijzonder aangenaam is. Het notitieboekje blijft leeg. Buiten mijn eigen tred is er geen beweging waar te nemen. De camera legt wel de statische beelden vast, maar helaas niet de weldadige stilte. |
Hier is geen plaats voor steedse verkeersdrukte of burenoverlast. Tenminste, dat denk je, maar in dat laatste blijk je je te vergissen. Een paar minuten loop ik samen op met een vrouw die haar honden uitlaat. Na de pensionering van haar man, hebben ze hun boerenbedrijf verkocht en een riante hoeve op het platteland gekocht ("Je moet hier wel tegen de stilte kunnen!"). Zodra we haar woning naderen, begint ze te klagen over de 'circustent' (ze doelt op een ronde mestsilo) op het erf van haar buren. Ze verafschuwt het feit dat ze daar de hele dag tegenaan moet kijken. Terwijl ik m'n ogen van haar woning naar de mestsilo laat gaan, overbrugt mijn blik op z'n minst anderhalve kilometer. Hoewel de schaal verschillend is, valt er dus overal wel wat te klagen... Sowieso valt hier de verspreide ligging van de boerderijen op. Sommige zijn goed onderhouden en liggen te midden van prachtig verzorgde erven. Andere lijken plotseling in een vorige eeuw gesitueerd, vervallen, met oude klinkerpaden als oprijlaan, een hooiberg (waar zie je die nog?) en een plee op het erf. Een enkel bordje doet vermoeden dat bij de eigenaar van het erf, de op de basisschool opgedane kennis flink weggezakt is... |
|
'April 2006 Pieterpad. Bedacht door Toos Goorhuis en Bertje Jens. Zij lieten een onuitwisbare indruk na en inspireerden velen hun spoor te volgen.' Aldus de tekst bij een bronzen plaquette met voetstappen, als eerbetoon aan de twee bedenksters van het Pieterpad. Ik ben aanbeland vlakbij kasteel Vorden, waar het Pieterpad en het Trekvogelpad elkaar kruisen. Op de handwijzer kan ik lezen dat ik inmiddels 323 km heb gelopen vanaf Bergen aan Zee, nog 61 km te gaan tot Enschede. Bij het kasteel, onder het genot van een cappuccino, geef ik m'n voeten even rust voor het laatste stuk naar Ruurlo. Op een zandpaadje nemen huismussen onbekommerd een stofbad, terwijl huiszwaluwen voorbereidingen treffen voor de grote trek zuidwaarts.
Rond kasteel Vorden staan een eik, een linde en een beuk, die om uiteenlopende redenen bijzonder zijn. De eik staat in een weiland en schijnt een stamomvang van bijna zeven meter te hebben. De roodbonte koeien in dit veld kunnen bij regen mooi schuilen onder de kroon, die maar liefst veertig meter breed is. De herkauwers rusten op dit moment en schijnen weinig interesse te hebben in de oude reus achter hen in het veld.
Een ander wezen dat hier lag te herkauwen (op zijn meest recente overwinningen) onder een boom, was Lodewijk XIV. Want hoewel zijn bijnaam de Zonnekoning was, rustte hij hier in 1672 in de schaduw van een linde, die dan ook bekend staat als de Lodewijkslinde. En een stukje verder heeft een beuk, een taaie knokker, zijn wortels gekromd om een stenen muurtje langs de kasteelgracht. Prachtig, dat grillige lijnenspel aan de basis van de robuuste stam.
Een ander wezen dat hier lag te herkauwen (op zijn meest recente overwinningen) onder een boom, was Lodewijk XIV. Want hoewel zijn bijnaam de Zonnekoning was, rustte hij hier in 1672 in de schaduw van een linde, die dan ook bekend staat als de Lodewijkslinde. En een stukje verder heeft een beuk, een taaie knokker, zijn wortels gekromd om een stenen muurtje langs de kasteelgracht. Prachtig, dat grillige lijnenspel aan de basis van de robuuste stam.
|
Het venijn van deze wandeling zit in de staart. En dan doel ik niet alleen op de fraaie, maar giftige vliegenzwammen langs het pad, maar vooral op de lengte van de etappe. In Vorden, na twintig kilometer, had ik kunnen stoppen, maar dan had ik de volgende keer voor een etappe van twaalf kilometer naar Ruurlo moeten afreizen. Dus nee, toch maar die tweeëndertig kilometers in een keer. Waarmee deze etappe voor mij de langste is van het trekvogelpad.
Gelukkig valt er langs de ietwat saaie, rechte Bekmansdijk veel moois te zien: het is een goed paddenstoelenjaar. In bonte verscheidenheid duwen de zwammen hun gewelfde hoed door het bruine bladerdek, als zeehonden die hun kop door het zeewier heen boven de deinende zeespiegel uitsteken. De kleurige paddenstoelen leiden me naar een zevensprong met in het midden een heuvel met picknickbank. Hier geniet ik van het uitzicht op een dalende zon boven een intiem heideveld. Nog een klein stukje te gaan naar station Ruurlo, denk ik, terwijl m'n oogleden zwaar worden. Vervolgens val ik in slaap... |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Huismus
deftig kasteelpark de mus neemt - tjilp - een stofbad wars van decorum (Kasteel Vorden) |
Huismus vs. huiszwaluw
'oost west, thuis best', tjilpt de mus; de zwaluw meent: 'noord zuid, ’t huis uit!' (Vorden) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|