Pelgrimspad, etappe 17
Weert - Tungelroy - Ell (21 km)
Vrijdag, 6 februari 2015
Na een overnachting in de Abdij te Weert loop ik tussen ontbijt en vertrek nog even de ommuurde kloostertuin in. Die biedt mooi zicht op de Sint Martinuskerk en vormt een oase van rust midden in het stadscentrum. Het meest in het oog springende element is een nagebouwde bedevaartgrot. Op een oude zwart-witfoto in het klooster had ik gezien dat er vroeger een grote groentetuin werd onderhouden, maar de hedendaagse kloosterzusters hebben kennelijk geen groene vingers, want nu ligt er een enorm grasveld. Dit moet toch aantrekkingskracht hebben op de voetballende kinderen uit de buurt; zouden die het aandurven om af en toe over de muur te klimmen? Er is niemand te zien in het klooster, alle zusters zijn naar de kapel voor de dagelijkse viering van de Heilige Mis en dus leg ik m'n kamersleutel in het daarvoor bestemde mandje op de balie, samen met een zakje paaseieren als dank voor de gastvrijheid. Ik trek de grote poortdeur achter me dicht, tijd voor etappe 17. |
De route loopt zuidwestelijk de stad uit, om daarna met een grote boog oostwaarts het agrarische gebied ten zuiden van Weert te doorkruisen en te eindigen in het plaatsje Ell.
Ik loop langs de onlangs gesloten Van Hornekazerne richting het bosgebied achter De IJzeren Man. Hier is rond 1910 zand afgegraven ten behoeve van de spoordijk Weert-Eindhoven. De plas die zo ontstond werd - evenals bij Vugt en ook bij Eindhoven - De IJzeren Man genoemd, de bijnaam van de grote graafmachine die hier jarenlang z'n werk deed. |
Halverwege de plas pik ik het Pelgrimspad weer op. Het omringende bosgebied heeft een parkachtige uitstraling met hertenkamp en bruggetjes; veel mensen joggen zich hier gezond. De ratelende roffel van twee kleine bonte spechten weerklinkt; deze kleinsten van onze spechten zie ik naar een belendende boom vliegen, maar ik krijg ze niet goed in de kijker.
Na het bos volgt een lange, winderige weg, guur en een beetje troosteloos. Het weerbericht was duidelijk geweest: de wind zou de gevoelstemperatuur doen dalen tot -12°C!
Het heeft vannacht harder gevroren dan de nacht ervoor, en dus loop ik vandaag uitsluitend over verharde wegen: de geasfalteerde wegen vanwege de aard van het asfalt, de zandpaden omdat ze stijf bevroren zijn. |
Aan m'n linkerhand ligt het dorpje Altweerderheide, de meest westelijk gelegen plaats van de provincie Limburg. Rechts van me stroomt de Tungelroyse beek die na de herinrichting (1999-2007) weer lustig meandert. Bij dit grootste beekherstelproject van Nederland werd verontreinigde grond (zinkfabriek) verwijderd en de loop van de vijfendertig kilometer lange beek hersteld.
Dan, na een uur, een verlossend - want windarm - bos. Vandaag houd ik van de bossen!
Door de boomtoppen zie ik dat de zon het pleit aan het winnen is, grote stukken blauw nemen het van de wolken over. Ik kom bij een open plek. Hier liggen de Tungelerwallen, een voormalig stuifzandgebied dat dreigt dicht te groeien door heide en bos. |
In Tungelroy is het stil op straat. Het dorpscafé waar ik me graag even had willen opwarmen, is gesloten. Het is de stilte voor de storm: volgende week barst het carnaval los. In alle dorpjes zie ik de rood-geel-groene vlaggen al hangen.
De plaatselijke carnavalsvereniging hier heet 'De Bokkeriejers', naar de 18e-eeuwse roverbende, die volgens de volksverhalen een verbond met de duivel had gesloten en waarvan de leden zich bij nacht en ontij op bokken zouden hebben voortbewogen. De vervolging, marteling en veroordeling van deze (vermeende) bendeleden hadden veel gemeen met de heksenprocessen. |
Het laatste deel van de wandeling, ten zuiden van Swartbroek, voert door De Krang, een gevarieerd moerasbos waar weer bevers voorkomen. Sporen van deze grote knaagdieren kom ik niet tegen, wel van een ree en van een sperwer.
|
Zo was de eerste kennismaking met Limburg vooral koud. Ik ben heel benieuwd naar de komende etappes door deze mooie provincie. In Ell, het eindpunt van vandaag, moet ik wachten op m'n bus en dus stap ik een warm café binnen voor een cappuccino. En hier blijkt bepaald geen kille, maar vooral een verwachtingsvolle sfeer te hangen. 'Bachelor Club' blijkt het toneel te zijn voor de inleidende schermutselingen van carnavalsvereniging 'De Moerebuuk'.
Er is vanmiddag een bijeenkomst voor de tachtigplussers van het dorp. Ouden van dagen druppelen langzaam binnen en lopen door naar achteren, waar ze een kring stoelen in de danszaal vullen. Tegelijk komen de carnavalsprinsen binnen, de prinsensteek op het hoofd. Hoewel de bejaarde binnenkomers niet gekleed zijn in extravagante uitdossingen, doet de olijke twinkeling in hun ogen toch vermoeden dat er iets bijzonders staat te gebeuren. Maar of er een polonaise inzit, dat denk ik niet (je moet toch niet denken aan de domino-toestanden die dan zouden kunnen ontstaan...). Intussen wordt iedereen in de stemming gebracht met uit de boxen knallende carnavalskrakers. Geen idee waar die over gaan want de teksten zijn in Limburgs dialect. (Niet dat ik daar iets aan mis: een kenmerk van carnavalshits is juist dat ze nergens over gaan.) |
Wat er verder gaat gebeuren zal ik echter niet meer meemaken. Ik reken af en loop naar de bushalte, denkend aan Noord-Hollander Godfried Bomans die het Zuid-Nederlandse carnaval in zijn columns zo fraai beschreef. ('Gewoon doorlopen, als we dicht bij elkaar blijven kan ons niets gebeuren.')
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Goudvink
wat een groot contrast: schreeuwerig is z'n kostuum teder klinkt z'n zang (Tungelroy) |
Sperwer en spreeuw
een windvlaag, een kreet, uit twee snelle schaduwen wordt één schim gesmeed (Ell) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|