'Wie eenmaal in Elburg was binnengelopen en onder de bekoring gekomen was van het karakteristieke silhouet met de stompe toren, half verscholen in het hoog opgaande geboomte, wie eenmaal het knusse haventje had opgezocht en door de Vischpoort het stadje was binnengelopen, die zou in Elburg terugkomen, al moest het jaren duren.’
Wim Kuyper, Zwervend langs het IJsselmeer. Heden en verleden van het hart van Nederland. (Amsterdam 1978. De Boer Maritiem)
Wim Kuyper, Zwervend langs het IJsselmeer. Heden en verleden van het hart van Nederland. (Amsterdam 1978. De Boer Maritiem)
Vrijdag 18 januari 2019
Auto geparkeerd. Muts opgezet. Rugzak omgegord. Wandelschoenen aangetrokken: these boots are made for walkin'.
'Are you ready, boots? Start walking!' (Nancy Sinatra)
'Are you ready, boots? Start walking!' (Nancy Sinatra)
De dertig meter hoge uitkijktoren bij het Veluwetransferium biedt uitzicht over Nunspeet en de bossen van de westelijke Veluwe.
Het is heerlijk koud en zonnig weer (met een geweldige zonsopkomst vanmorgen, zie foto hierboven), een verademing na het grijze weer van de afgelopen weken. De langdurige regen van gisteren heeft bovendien al het vuil uit de atmosfeer gewassen: een kraakheldere dag. |
Naast het spiegelgladde fietspad (erop is te glibberig door de lichte vorst) en over berijpte voetpaden loop ik een kilometer of vijf door het Zandenbos.
|
Aan m'n linkerhand een winters-uitgestorven camping, rechts een door ijskristallen wit uitgeslagen golfterrein, recht vooruit een uitgestrekt en vooral stil bos.
|
De enige tekens van leven: een groep vinken op het pad en in een zijpad twee meisjesruggen boven twee paardenkonten.
Een uur later stap ik het bos uit en een ouderwets aandoend agrarisch landschap in. Oude boerderijen, geriefbosjes, onverharde paden, knotwilgen. Na de stilte van het bos krijgen m'n oren weer signalen binnen: het kristallen trillertje van een pimpelmees, het geagiteerde schelden van een koolmees, de roffel van een grote bonte specht, het ritselende gefluister van een groep foeragerende sijsjes in een els.
Ik passeer de kronkelende Bovenweg - de oude Hanzeweg tussen Hattem en Harderwijk - en nader Klarenbeek. Het monumentale witte huis staat samen met het 18 hectare grote landgoed te koop voor een veel lagere prijs (maar nog altijd een paar miljoen) dan in 2011 toen het het duurste te koop staande huis in Nederland was.
Inmiddels ben ik in Doornspijk, een dorp aan de Zuiderzeestraatweg. Maar vroeger lag het aan de Zuiderzeedijk. Nadat daar in 1825 door overstroming en blikseminslag de oude Sint Ludgeruskerk verloren was gegaan, werd enkele kilometers landinwaarts een nieuwe kerk gebouwd en de naam Doornspijk verhuisde gewoon mee.
Na een tussenstop in café Halfweg gaat de wandeling verder over de kerkdijk met weids uitzicht op het weidereservaat Het Goor (goor = laaggelegen, modderig land). De Goorkolk, een wiel uit 1881, ligt verstild tussen gouden rietkragen. Aan het eind van de Kerkdijk, tegen het Veluwemeer aan, is een laag, bakstenen monument gebouwd op de plek waar ooit de Sint Ludgeruskerk stond.
Een smal pad leidt naar een vogelkijkscherm aan het Veluwemeer. Het blauwe water is wit bespikkeld met overwinterende kleine zwanen. Deze zwanensoort broedt op toendra's in arctische gebieden; driekwart van de hele populatie verblijft 's winters in Nederland en het Veluwemeer is bij hen favoriet. Op de buitendijkse Korte Waarden rusten grauwe-, kol- en brandganzen. Een grote zilverreiger paradeert er met grote passen doorheen, de ganzen keuren de spookverschijning geen blik waardig. Dwars door al het groen kronkelt de Goorbeek die kwelwater vanaf het Veluwemassief naar het Veluwemeer voert.
Het Hanzeverbond ontstond in de twaalfde eeuw, toen Amsterdam en Rotterdam nog kleine dorpen waren. De samenwerking leverde gunstige handelsvoorwaarden, veilige handelsroutes en daarmee grote welvaart op. In Nederland liggen de meeste Hanzesteden langs de IJssel of aan de voormalige Zuiderzee. Het Zuiderzeepad doet aan: Harderwijk, Elburg, Kampen, Stavoren en Hindeloopen.
Buiten de oude stadsmuren liggen rondom het rechthoekige stadje aarden wallen met daarin de kazematten (bunkers met kanonnen ter verdediging). Over die wallen loop ik richting de Vischpoort langs de touwslagerij die al eeuwenlang in handen is van de familie Deetman. Nog steeds wordt hier op de lijnbaan op traditionele wijze touw geslagen die gebruikt wordt in scheepvaart en watersport. Eén van de gebroeders Deetman is op dit moment druk bezig. Vooral kabelaring wordt hier gemaakt, dik gedraaid touw dat dient als stootrand voor sloepen en andere vaartuigen. Tegenwoordig wordt er gewerkt met synthetische vezels en niet meer van hennep, vlas of sisal, zo leer ik.
Voor ik het stadje binnenloop, wandel ik eerst naar het haventje waarin enkele gerestaureerde botters liggen. Bij veel Elburgers zit het vissen nog steeds in het bloed. Een stuk of tien mannen (vrouwen zien kennelijk weinig in deze hobby) zijn met hengel, dobbers en vistuig in de weer en bevissen het schaduwrijke havenwater tussen de schepen. Een eindje verderop, achter de oude visafslag (met veilingklok en bankjes met drukknop), ligt de botterwerf, waar je in een houten loods een kijkje kunt nemen hoe botter 'EB 15' wordt gerestaureerd. Fraai vakwerk dat gelukkig onder een dak plaatsvindt, want de manier waarop hier het weer wordt voorspeld is enigszins gebrekkig...
Vanaf de haven loop ik richting de binnenstad. In de negentiende eeuw werden veel muren, torens en poorten gesloopt - ze hadden toch hun verouderde verdedigende functie verloren en aan cultureel-historische of toeristisch-attractieve waarden dacht men niet in die tijd. De vijftiende-eeuwse Vischpoort, van oorsprong een verdedigingstoren, ontkwam aan de sloophamers vanwege het kustlicht in de top. Direct nadat ik de Vischpoort gepasseerd ben dient zich het volgende ambacht aan: stratenmakers leggen een straatje aan van Veluwse veldkeitjes, karakteristiek voor Elburg.
Het overzichtelijke stadje - de rechthoekige plattegrond als een Romeinse legerplaats - leent zich uitstekend voor een zwerftocht door straten en steegjes. Waar je ook loopt, overal bots je op historie en oude ambachten. In een hoekhuis in de Smedestraat is museumsmederij De Hoefhamer ondergebracht met op de kleine oppervlakte een werkplaats en een verzameling werktuigen die vroeger door de hoefsmid gebruikt werd. Twee vrijwilligers zitten aan de koffie en vertellen graag over dit oude beroep. De Kelten waren de uitvinders van de hoefijzers zoals we die nu kennen en dus was stripfiguur Hoefnix een van de eerste hoefsmeden. Aambeeld, tang en hoefhamer zien er op het plaatje authentiek uit. Fijn dat hij net een gratis maaltje vis geleverd krijgt door zijn grote vriend Kostunrix...
Zelf begin ik ook trek te krijgen. Precies in het midden van het stadje, in Grand Café De Vischmarkt, geniet ik van een koffie amaretto met een stuk Elburger kloosterwegge, de lokale lekkernij. En verder maar weer, door nauwe steegjes, langs ondiepe, tegen de stadsmuur gebouwde huisjes, via De Beek met boogbruggen en een dubbele rij linden, door de Jufferenstraat met het imposante Agnietenklooster. Ik stap naar binnen bij museum Sjoel (= synagoge), een Joods museum dat het leven beschrijft van enkele oorspronkelijk uit Duitsland en Midden-Europa afkomstige Joodse families die vanaf de achttiende eeuw tot de Tweede Wereldoorlog in Elburg woonden.
Een medewerker loopt vanachter de balie even met me mee het museum in om me wegwijs te maken. En passant vertelt de man me dat het verdwijnen van de Joodse gemeenschap in de vorige eeuw niet met de Holocaust te maken had, maar met de verminderde handelsmogelijkheden door de afsluiting van de Zuiderzee door de Afsluitdijk in 1932. Alle informatiebordjes in het museum echter, spreken van deportatie van de Joodse inwoners naar Westerbork, naar Auschwitz, naar Sobibor. Slechts enkele van de 29 Joden uit Elburg (in 1942) overleven de oorlog. Als ik de man hier naderhand over wil bevragen, is hij niet meer aanwezig. Wat er nog aan de Joodse gemeenschap in Elburg herinnert, vind je behalve in deze synagoge nog op de Joodse begraafplaats achter de Sint Nicolaaskerk. Achter een hoge muur staan daar de grafstenen met Hebreeuwse opschriften.
Het was m'n plan om na Elburg nog een kilometer of vijf door de weilanden te lopen naar Oosterwolde. Aan het begin van dit wandelpad dat over zeven vlonders loopt, aarzel ik. Elburg beviel me zo goed, dat ik er heel wat uurtjes heb doorgebracht. Het is inmiddels avond geworden en m'n knorrende maag doet me op m'n schreden terugkeren, het stadje weer in, op zoek naar een eetgelegenheid. En zo stel ik het afscheid van dit fraaie stadje nog even uit.
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Pimpelmees
compact buitelt hij aan de twijgen, daar klinkt de kristallen triller (Doornspijk) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|