Romeinse Limespad, etappe 1
Katwijk aan Zee - Katwijk aan den Rijn - Rijnsburg - Valkenburg - Oegstgeest - Leidse Hout - Leiden (20 km)
Romeinse grensforten: Lugdunum Batavorum (Katwijk) ~ Praetorium Agrippinae (Valkenburg) ~ Matilo (Leiden)
"Kalla's toren, hier geboren,
zocht Neptunus' toorn. De hele zee zou hij bezitten en vechten om het huis te Britten." Aldus de inscriptie langs de rand van de sculptuur 'Brittenburg'. Ik sta bij de monding van de Oude Rijn, de westrand van de Romeinse limes (op het vasteland dan, want in Engeland loopt de limes nog westelijker door in de bekende Hadrian's Wall). Bovenop de sculptuur is een plattegrond gegraveerd van het grensfort Brittenburg, zoals de Katwijkers in vorige eeuwen de resten noemden van het Romeinse Castellum (grensfort) 'Lugdunum Batavorum'. Dit was het meest westelijke Romeinse fort van de vijftien die er in ons land hebben gelegen. Mogelijk was dit fort voor keizer Caligula ('Kalla') een uitvalsbasis om Brittannia te veroveren; daaraan refereert de inscriptie. |
De restanten van het fort zijn nu opgeslokt door de zee, maar in de Middeleeuwen lag het nog onder de duinen. Door kustafslag kwamen de resten in de 15e eeuw op het strand bij Katwijk tevoorschijn. De cartograaf Abraham Ortelius maakte er een gravure van, zodat we nu weten hoe het er heeft uitgezien.
Hier start, op een koude, maar windstille morgen, m'n wandeling over het Romeinse Limespad, waarbij ik grofweg de vroegere loop van de (Oude) Rijn zal volgen. Een tijdje blijft m'n blik rusten op de doodse waterspiegel van de vroegere, machtige Rijn. Die heet hier overigens heel prozaïsch: Uitwateringskanaal. Van die ooit zo belangrijke Rijn is hier weinig meer over... De Rijn die vanuit Zwitserland, via Duitsland naar Nederland voert, vertakt zich in ons land: tegenwoordig vloeit het Rijnwater vooral via Waal en Nederrijn-Lek naar de Noordzee en voor een klein deel via de IJssel naar het IJsselmeer. De Oude Rijn is een overblijfsel van de vroegere loop van deze 1233 km lange rivier. |
Het Romeinse Limespad, waarom gekozen voor dit pad? Het pad schijnt relatief veel over verharde wegen te voeren en dat is toch minder idyllisch dan het bewandelen van ongebaande paden. Ik zal regelmatig door stedelijk gebied lopen; zal dat me als natuurliefhebber wel bevallen? Er zijn echter ook uitdagende kanten aan de route.
Het pad is vrij nieuw, in 2018 werd het in gebruik genomen. Tegelijk is het al 2000 jaar oud: de Romeinen hadden hier, langs de Rhenus, hun noordelijke grens opgetrokken in de lage landen. En dus liep hier een Romeinse weg, voor het vervoer van soldaten, voedsel, goederen (bijvoorbeeld eiken uit Duitsland voor de palissaden). De Romeinen hadden hun infrastructuur goed voor elkaar!
Mijn kennis over de Romeinen is vooral gevoed door het lezen (en vele malen herlezen) van de stripreeks Asterix, door de Bijbelverhalen in het Nieuwe Testament en een beetje door de geschiedenislessen vroeger op school. Het lijkt me boeiend om meer te weten te komen over het leven van die 'rare jongens' (zoals Obelix hen placht te noemen) in de Lage Landen. De etappes liggen bovendien op niet al te grote afstand van mijn woonplaats. Op pad dus: lekker lopen langs de limes!
Het pad is vrij nieuw, in 2018 werd het in gebruik genomen. Tegelijk is het al 2000 jaar oud: de Romeinen hadden hier, langs de Rhenus, hun noordelijke grens opgetrokken in de lage landen. En dus liep hier een Romeinse weg, voor het vervoer van soldaten, voedsel, goederen (bijvoorbeeld eiken uit Duitsland voor de palissaden). De Romeinen hadden hun infrastructuur goed voor elkaar!
Mijn kennis over de Romeinen is vooral gevoed door het lezen (en vele malen herlezen) van de stripreeks Asterix, door de Bijbelverhalen in het Nieuwe Testament en een beetje door de geschiedenislessen vroeger op school. Het lijkt me boeiend om meer te weten te komen over het leven van die 'rare jongens' (zoals Obelix hen placht te noemen) in de Lage Landen. De etappes liggen bovendien op niet al te grote afstand van mijn woonplaats. Op pad dus: lekker lopen langs de limes!
Over een plankenpad loop ik door de smalle duinreep die de zee scheidt van het oude vissersdorp Katwijk aan Zee. Vannacht heeft het licht gevroren, enkele plassen zijn bedekt met een vliesje ijs en het duinzand is berijpt. Het herfstzonnetje verbergt zich achter veelvormige wolkenpartijen. Drie sneeuwgorzen houden mijn aandacht een tijdje vast: subtiel getekende wintergasten, maar als ik m'n camera pak fladderen ze enkele duintjes verder. Het leven in dit dorp kun je samenvatten met: Kerk, Kotters en Quick Boys (met Dirk Kuijt als belangrijkste telg). En ook een beetje Kunst: overal in het dorp kom ik beeldenpartijen tegen, zoals 'Maatjes', vijf haringhappende dorpelingen op de kruising van Boulevard, Voorstraat en strandopgang. |
Katwijk aan Zee bestaat uit rijen met kleine huisjes. Veel steen, weinig tuin. Daar zal de zilte zeewind wel schuldig aan zijn. Na enkele straten sta ik in de duinen, naar achteraf blijkt een van de weinige flinters natuur vandaag. Hier is het nog drukker dan in de Voorstraat. Het is zaterdagmorgen, half Katwijk jogt hier op de schelpenpaden. De duinen zijn zorgvuldig afgezet met prikkeldraad, de natuur inlopen, dat kan hier niet. Een zwarte kraai ziet daar zorgvuldig op toe.
|
Het pad buigt weer af, het dorp in. Huizen, villa's, asfaltwegen. Maar dan: een ijsvogel flitst over het water! Een uitgeknipt stukje regenboog boven een bruine sloot. Een sprankje hoop in een saaie villawijk.
Katwijk aan Zee gaat ongemerkt over in Katwijk aan den Rijn.
Ik passeer de Oude Rijn die rimpelloos de direct aan het water gelegen huizen weerspiegelt. Katwijk aan den Rijn gaat naadloos over in Rijnsburg. Een boze brugwachter spreekt de stuurvrouw van een roeiboot bestraffend toe, hij had op z'n monitor gezien hoe de boot een ander schip gehinderd had. De vrouw knikt schuldbewust, de roeiers roeien stug door. |
Een voetveer brengt me voor 50 cent terug naar de linkeroever van de Oude Rijn. Hier maak ik een ommetje door Valkenburg, een klein plaatsje, maar met een belangrijke Romeinse historie.
In de toren van de Hervormde Kerk bevindt zich het Torenmuseum dat die historie inzichtelijk maakt. Op dit moment is het gesloten, maar enkele weken geleden heb ik het bezocht: Eerst klim ik naar boven, waar ik uitkijk over hedendaags Valkenburg. 2000 jaar geleden moet het er hier heel anders hebben uitgezien (zie foto's hieronder). |
Omdat het vroegere Kerkplein (nu: Castellumplein) duidelijk hoger ligt dan de omgeving, vermoedden archeologen dat hier resten uit de Romeinse tijd verborgen lagen. Nadat het centrum in mei 1940 in puin was geschoten (bij de strijd om het naburige vliegveld), kwam er gelegenheid om opgravingen uit te voeren. De resten van het castellum die tevoorschijn kwamen, waren uniek, omdat er veel hout in de bodem bewaard was gebleven. Hierdoor konden archeologen meer te weten komen over opzet van een legerkamp en constructie van de gebouwen.
Hier liggen dus, verborgen onder de grond, de resten van het tweede Romeinse grensfort waar ik langskom, Praetorium Agrippinae, genoemd naar de moeder van keizer Caligula. Caligula verbleef hier rond 40 n.C. (er is hier een wijnvat gevonden uit zijn privé-wijngaard in Rome). |
Buiten het legerkamp lag de Vicus, het kampdorp. Daar woonden de gezinnen van de soldaten, maar ook ambachtslieden en handelaars die tot de oorspronkelijke bevolking, de Cananefaten, behoorden.
Op de bekende schoolplaat van J.H. Isings, die vroeger op mijn lagere school in de klas hing, is te zien dat Romeinen, Bataven en Cananefaten vriendschappelijk met elkaar omgingen. De Romeinen brachten welvaart in deze moerassige streken die daarvóór moeilijk bewoonbaar waren. In het museum liggen vele vondsten uit de bodem in de omgeving. Ze geven een beeld van het leven van de grensbewoners aan het begin van onze jaartelling. Zo zie ik een visfuik, potscherven, munten, sieraden, dakpannen, een beenkap, riemgespen, enzovoort. |
Spectaculair is de mededeling van de museumbeheerder dat er vorige maand resten zijn gevonden van een nieuw groot legerkamp aan de rand van het dorp. De resten worden in de komende maanden verder onderzocht.
Buitengekomen valt m'n oog op de bronzen schijfjes in de straat die de contouren aangeven van de vroegere nederzetting. |
Valkenburg is behalve door de Romeinse historie, ook bekend van de jaarlijkse paardenmarkt (de mart, volgens Valkenburgers), de oudste van Nederland: voor het eerst gehouden in het jaar 837, naar verluidt.
Verder, het dorp door. Horecagelegenheden zijn gesloten in verband met de coronapandemie; op een bankje buiten het dorp lunch ik. Honden worden uitgelaten, jongeren fietsen naar het sportveld, een meisje voedert de levende have op een kinderboerderij. In de wilg naast het bankje roept een pimpelmees. Een passerende hond-uitlater ziet 'm ook: 'Een mus met een trainingspakkie an,' grijnst hij. De zon beschijnt het tafereel en een mild windje maakt het niet te koud. Even later passeer ik weer de Oude Rijn, over een nieuwe fiets- en wandelbrug. Oegstgeest. Waar volgens kaart en gids een park behoort te liggen, is inmiddels een volledig nieuwe wijk ontstaan. Het wordt steeds drukker op de wegen. |
'Een wandeling richt de blik naar binnen, met het ritme van de stappen als een mantra die verinnerlijking stimuleert.’
(Flip van Doorn in De eerste wandelaar, 2017.) Maar vandaag kom ik daar niet aan toe. Vanwege het regenachtige weer gisteren, had ik m'n geplande wandeling een dag uitgesteld. En dat was misschien niet zo'n goed idee: zaterdag 5 december betekent in deze stedelijke omgeving een wirwar van voortbenende mensen en voortkruipende auto's. |
Ik bereik de Leidse Hout, het stadspark aan de rand van Leiden. De vogels die hier leven hebben hun wantrouwen jegens de wandelaars afgelegd: staartmees en grote bonte specht laten zich van dichtbij bewonderen. Het welluidende lied van een roodborst drijft door het bos, de fijnzinnige frasen meanderen tussen de stammen, het laatste bladerdak zorgt voor een mooie akoestiek.
In de wirwar van paden raak ik de weg kwijt. Op goed geluk kies ik een richting en kom uiteindelijk bij station Leiden. Als ik vanaf het stationsplein, het centrum in wil lopen en de massaal dansende hoofden van winkelend publiek zie (kennelijk moeten de laatste sinterklaasinkopen nog gedaan worden) ben ik het opeens zat. Grote groepen mensen ga ik in deze coronatijd het liefst uit de weg. Ik besluit de rest van de voorgenomen etappe binnenkort af te maken. Leiden, een van de mooiste stadjes van Nederland, verdient een nadere kennismaking op een rustiger dag. Deze eerste etappe is een mooie wandelroute, tenminste, als je van stedelijk gebied, asfalt, klinkers, stoeptegels en beton houdt. Mij viel het vandaag niet mee. Ik keer om, loop het stationsgebouw in en ga op zoek naar de trein naar huis. (De conducteur in de trein is in Sinterklaasstemming: 'Wie veel alcohol drinkt wordt lam, we naderen jeneverstad Schiedam!', klinkt het door de intercom, en even later: 'Het is toch van de zotte, we naderen alweer de stad aan de Rotte!'.) |
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
IJsvogel
een sloot, gespetter een flits, verende landing: kleurplaat op een tak (Katwijk aan Zee) |
Pimpelmees
twijg-acrobatiek zacht blauwgeel, een mus met een trainingspakje aan (Valkenburg, ZH) |
Roodborst
roodborst in winter - breekbaar meandert een lied rond kale stammen (Leiden) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|