Trekvogelpad, etappe 1
Bergen aan Zee - Wimmenum - Egmond aan den Hoef - Heilooër Bos - Alkmaarder Hout - Alkmaar (23 km)
Acht uur 's morgens, laagwater.
Een breed, nat zandstrand strekt zich voor me uit richting de grijze zee.
Het donker is opgetrokken, maar de schemer blijft hangen, vastgehouden door de grauwe bewolking.
Een stevige zuidwestenwind doet de ogen tranen.
De enige tekenen van leven: een zilvermeeuw-langs-de-waterlijn, een baasje-met-hond en een jutter-met-karretje.
De branding zorgt voor ruisend natuurgeluid.
Een breed, nat zandstrand strekt zich voor me uit richting de grijze zee.
Het donker is opgetrokken, maar de schemer blijft hangen, vastgehouden door de grauwe bewolking.
Een stevige zuidwestenwind doet de ogen tranen.
De enige tekenen van leven: een zilvermeeuw-langs-de-waterlijn, een baasje-met-hond en een jutter-met-karretje.
De branding zorgt voor ruisend natuurgeluid.
Achter de duinrand, waar ik net vandaan kom, ligt Bergen aan Zee, desolaat - zoals alle badplaatsjes na afloop van het toeristenseizoen. Alsof er een blokkendoos in de duinen is omgekeerd, zo liggen de uitgestorven hotels, lege pensions en verlopen appartementen schijnbaar zonder beleid neergepoot, de muren aangetast door de zilte zeewind. Hier en daar staan wat oude huisjes die het geheel toch wat sfeer geven. Het is vooral een sfeer van verlatenheid, maar dat bevalt me wel.
De weg hiernaartoe, vanaf mijn geboortehuis in Broek op Langedijk (waar ik vannacht sliep en wat ik dertig jaar geleden verliet om in Zuid-Holland te gaan wonen en werken) via kunstenaarsdorp Bergen naar de kust, maakte herinneringen aan vroeger bij me wakker. Alleen die namen al: Eeuwigelaan, De Franschman, Zeeweg ... Hoe vaak hebben we die weg afgelegd, met de auto of op de fiets.
De weg hiernaartoe, vanaf mijn geboortehuis in Broek op Langedijk (waar ik vannacht sliep en wat ik dertig jaar geleden verliet om in Zuid-Holland te gaan wonen en werken) via kunstenaarsdorp Bergen naar de kust, maakte herinneringen aan vroeger bij me wakker. Alleen die namen al: Eeuwigelaan, De Franschman, Zeeweg ... Hoe vaak hebben we die weg afgelegd, met de auto of op de fiets.
Ik wandel een stukje noordwaarts langs de waterlijn. Een zwarte kraai sjokt achteloos over het strand, de handen in de zakken. Tenminste, zo lijkt het, diezelfde onverschilligheid heeft het. Langs de duinrand oefent een vliegclubje kauwen acrobatische capriolen in de wervelingen van de wind. In de verte, verborgen in de zeemist, moet de Kerf liggen: een inham in de duinenrij tussen Hargen aan Zee en Bergen aan Zee waar het zeewater bij springtij de duinen in kan stromen. Dat is nieuwe natuur; dynamisch kustbeheer is hiervoor de term. Het is net te ver om een uitstapje te maken helaas, ik ben er nog nooit geweest, het schijnt dat er bijzondere planten groeien en ook kustvogels voelen zich er thuis.
Nóg noordelijker ligt Camperduin waar ik vroeger regelmatig kwam om zeetrektellingen te verrichten vanaf het terras van Paviljoen Minkema (nu Struin geheten). Maar, hoe ik ook door m'n verrekijker speur, op dit moment laten de kenmerkende zeevogels als alken, zeekoeten, (pijl-)stormvogels, zee-eenden en Jan van Genten het afweten. Alleen diverse soorten meeuwen trekken zuidwaarts: gemengde groepjes langs de duinrand en individuen boven zee. Eén aalscholver vliegt manmoedig naar het noorden.
Bovenop de strandtrap, als ik nog een keer door m'n verrekijker de zee afspeur, zie ik toch nog een kenmerkende kustsoort: een groepje drieteenstrandlopers langs de waterlijn. Als opwindmechaniekjes die niet nat mogen worden, trippelen ze heen en weer voor de brekende golfjes uit: daar bevinden zich de lekkere hapjes.
Nóg noordelijker ligt Camperduin waar ik vroeger regelmatig kwam om zeetrektellingen te verrichten vanaf het terras van Paviljoen Minkema (nu Struin geheten). Maar, hoe ik ook door m'n verrekijker speur, op dit moment laten de kenmerkende zeevogels als alken, zeekoeten, (pijl-)stormvogels, zee-eenden en Jan van Genten het afweten. Alleen diverse soorten meeuwen trekken zuidwaarts: gemengde groepjes langs de duinrand en individuen boven zee. Eén aalscholver vliegt manmoedig naar het noorden.
Bovenop de strandtrap, als ik nog een keer door m'n verrekijker de zee afspeur, zie ik toch nog een kenmerkende kustsoort: een groepje drieteenstrandlopers langs de waterlijn. Als opwindmechaniekjes die niet nat mogen worden, trippelen ze heen en weer voor de brekende golfjes uit: daar bevinden zich de lekkere hapjes.
Ik laat zee en strand achter me en loop landinwaarts. Een grote vlucht putters kleurt de somber-grijze hemel in. Een roodborst zingt vanuit een rozenstruik, z'n borst wat fletser gekleurd dan de rijpe rozenbottels. De meeste vogels houden zich gedeisd met dit mistroostige weer.
Links staat het Zeehuis, een in 1908 gebouwde vakantiekolonie van het Burgerweeshuis in Amsterdam. Hier zorgde de gezonde zeelucht voor herstel van de bleekneusjes uit de stad. Nu is het een vakantieverblijf van het Nivon, gerund door vrijwilligers.
Het pand wordt opgeknapt; ik stap tussen bouwsteigers en blikken verf door naar binnen om een toegangskaartje te kopen voor het Noordhollands Duinreservaat. Aan de dame die hier zorg voor draagt, vraag ik in welk huis Adriaan van Dis is geboren. "Dat is het grote huis hiernaast. Op latere leeftijd is hij teruggekomen om er 'Oosterse Duinen' te schrijven," aldus de vrouw, doelend op de roman Indische Duinen. Ik loop nog even terug naar het huis, dat zo te zien leeg staat. Hier groeide schrijver Adriaan van Dis op in een Indisch milieu in de Hollandse duinen; zijn ouders waren oud-Indiëgangers en woonden samen met enkele andere gerepatrieerde gezinnen in dit huis dat nu deels verborgen ligt achter de rozenstruiken. |
Het Zeehuis is het startpunt van het trekvogelpad, het tweede LAW (Lange-Afstand-Wandelpad) dat ik ga lopen, na het pelgrimspad dat ik in augustus beëindigd heb. Evenals bij m'n beschrijvingen van het pelgrimspad zal ik op deze website verslag doen van alles wat ik tegenkom en wat me interesseert, met de nadruk op de natuur in het algemeen en de vogels in het bijzonder.
Ik trek de duinen in, wat mij betreft het meest afwisselende landschapstype in Nederland. Het Noordhollands Duinreservaat ligt tussen Bergen en Wijk aan Zee en wordt beheerd door het PWN (Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland; ze adverteren met de kreet Puur Water & Natuur). Op verschillende plaatsen liggen infiltratiegebieden waar IJsselmeerwater in het duin wordt gebracht en door het zand gezuiverd wordt, waarna het wordt opgepompt, gecontroleerd en in de Noord-Hollandse huizen uit de kraan komt.
Herfst: kleurige bladeren, paddestoelen, vogeltrek. En in de verte het ruisende geluid van de branding. Het is droog, warm voor de tijd van het jaar en vooralsnog goed wandelweer. Ik verdeel m'n aandacht over de trekvogels in de lucht en de paddestoelen op de bosbodem. Maar omdat de eerste groep het laat afweten (het enige wat zich aftekent tegen de egaal grijze bewolking zijn door de wind voortdwarrelende herfstbladeren), richt ik me op de tweede.
Herfst: kleurige bladeren, paddestoelen, vogeltrek. En in de verte het ruisende geluid van de branding. Het is droog, warm voor de tijd van het jaar en vooralsnog goed wandelweer. Ik verdeel m'n aandacht over de trekvogels in de lucht en de paddestoelen op de bosbodem. Maar omdat de eerste groep het laat afweten (het enige wat zich aftekent tegen de egaal grijze bewolking zijn door de wind voortdwarrelende herfstbladeren), richt ik me op de tweede.
De boomsoorten bepalen de sfeer van het bos:
gladde, stoere beuken te midden van een bed van oranjegele bladeren;
|
spannend kronkelende eiken op een deken van gelobde bladeren en eikels;
|
strenge, rechte dennen op een tapijt van gras en naalden.
|
Het pad, dat kilometerslang door de duinen zuidwaarts loopt, stuit bij het gehucht Wimmenum op de polder. Ook die polder bestaat uit zandgrond. In het voorjaar zullen de bloemenvelden in de wijde omtrek voor kleurige rechthoeken zorgen.
Zodra ik het bos uitstap en over de kale velden uitkijk, doe ik een bijzondere waarneming. Ik had ze de laatste minuut al gehoord in de boomtoppen: sijzen. Deze geelgroene vinkachtigen zijn in het winterseizoen vrij talrijk. Wat de waarneming bijzonder maakt, is hun aantal: in een vrijwel onafgebroken stroom van tien- tot honderdtallen zwermen ze langs, wel anderhalve minuut lang. Ik schat het aantal op zes- à zevenhonderd! Zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien! |
Iets verderop stuit ik op een restant van de Atlantikwall, de in de Tweede Wereldoorlog door de nazi's gebouwde verdedigingslinie tegen de geallieerden. Het lint van bunkers, tankgrachten, versperringen en mijnenvelden liep van Noorwegen tot aan Spanje. Hoewel het meeste hiervan is opgeruimd, vind je in de duinen hier en daar nog uitgebreide bunkercomplexen. En hier, ingeklemd tussen duinen en tennisbanen, staan nog in rijen opgestelde betonnen 'drakentanden', die pantservoertuigen moesten tegenhouden.
|
Bij Egmond aan Zee liggen in de duinen uitgegraven moestuintjes, een overblijfsel van het vroegere 'zeedorpenlandschap'. Dit gebied ontstond na 1500 toen de bewoners van nabije nederzettingen groenten gingen verbouwen in duinpannen die verder werden afgegraven om bij het grondwater te komen. Resten zijn nog te vinden tussen Bergen aan Zee en Den Haag. Rond deze tuintjes ontstond een bijzondere flora en iedere vogelaar weet dat er in de bomen en struiken rondom deze stukjes land vaak rustende trekvogels verblijven (denk aan de Eierlandse Duinen op Texel).
|
Het pad voert door Egmond aan den Hoef ('De Hoef' in de volksmond), langs de ruïne van het slot van Egmond. De wind wakkert aan en krijgt gure trekjes. De speurtocht naar een cappuccino levert niets op: de horecagelegenheden zijn gesloten (op een snackbar na, maar om daar nou koffie te gaan drinken...).
Geen rustpauze dus; de tocht gaat verder, de polder in. De wind trekt verder aan, de motregen slaat me in het gezicht. Gebogen stap ik door. Spreeuwen haasten zich laag over de graslanden naar betere oorden. Ik passeer bruggen, dijkjes, rietkragen, hekjes.
Het Heilooër Bos en de Alkmaarder Hout zorgen voor luwte, ik bereik de Singelgracht, met daarachter de stadswal rondom de historische binnenstad van Alkmaar. Op het Clarissenbolwerk staat de 'Molen van Piet' (naar de achternaam van de familie die al generaties lang in de molen woont). In de omgeving van Alkmaar staan veel molens, maar dit is de enige in de binnenstad. De wieken draaien stevig in de wind. Vandaag is het vrijdag, de dag waarop wekelijks de toeristische Kaasmarkt plaatsvindt, maar alleen van begin april tot begin september. Het mooie centrum van de stad bewaar ik voor een volgende etappe, nu loop ik naar het station.
Door het smalle park over de stadswallen kom ik bij een huisje dat er gastvrij uitziet en waar volgens het welkomstbord de kachel brandt. Ik hoef niet lang na te denken en loop naar binnen. De vrouw die hier vandaag werkt komt net met twee handen vol kastanjes van buiten met de bedoeling hiermee het interieur te stofferen. Ze vertelt dat dit het Kruithuisje is, dat vroeger een onderkomen was voor de schildwachten die de nabije kruitkelder bewaakten. Nu is het een galerie waar maandelijks wisselende exposities te zien zijn. Hier rust ik uit van de wandeling onder het genot van een kop koffie. Ondanks het wat sombere weerbeeld was het goed om weer onderweg te zijn!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
Zwarte kraai
eenzaam strand; een kraai - handen diep in z'n zakken - sjokt langs de vloedlijn (Bergen aan Zee) |
Putter
de grijze hemel wordt opvliegend ingekleurd - een schooltje putters (Bergen aan Zee) |
Spreeuw
rukwind, motregen - laag haasten spreeuwen zich voort naar een beter oord (Egmond aan den Hoef) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|