Trekvogelpad, etappe 14
Ede - Ginkelse Heide - Mossel - Planken Wambuis - Otterlo (23 km)
In Ede, volgens de recent uitgebrachte Geluksatlas 2017 de gelukkigste stad van Nederland, begint de wandeletappe van vandaag.
Ik zie een schone stad, ruim opgezet, kerkje hier, winkelstraatje daar, alles lijkt te kloppen. Veiligheid, werkgelegenheid, mooie woonomgeving, het is allemaal in orde. En toch, het is dat het trekvogelpad hier langs loopt, anders was ik hier niet naartoe gegaan, want wat zoek je in Ede? Om te wonen zal het prettig toeven zijn, als buitenstaander mis ik een sfeervolle oude stadskern.
Rotterdam, de stad waarvan de inwoners volgens de eerder genoemde atlas het mínst gelukkig zijn, heeft die oude stadskern ook niet. Platgebombardeerd in 1940. Toch kom ik minstens eenmaal per maand in de binnenstad van Rotterdam. Omdat ik er vlakbij woon, maar ook omdat ik het een boeiende stad vind. Dit speelt door m'n hoofd terwijl ik via de zuidkant van Ede de stad uit loop. Langs een mooi boerderijtje sla ik af, de bossen in. |
Kasteel Hoekelum, eigendom van Gelders Landschap, kijkt aan voor- en achterzijde uit over een groot landgoed, met bijgebouwen die zo'n buitenplaats compleet maken: koetshuis, paviljoen en ijskelder; bakhuis, theehuis en kaasboerderij. En ook vijver, spreng en bruggetje.
In de vijver aan de achterkant van het kasteel zwemmen twee mandarijneenden, exotische verschijningen uit Oost-Azië. Achter het kasteel voert het pad de bossen van de Veluwe in. |
De Veluwe, gevormd in twee ijstijden: heuvels die zijn opgestuwd door gletsjers in de voorlaatste ijstijd en zandruggen die zijn achtergelaten na stormen in de laatste (in die laatste ijstijd kwam het ijs tot Noord-Duitsland, niet in Nederland dus). Later, toen het klimaat warmer werd, raakte het gebied bebost, maar van die oerbossen is niets meer over. (Het laatste grote laagland-oerbos van Europa ligt in Polen: Białowieża). Bomen werden door de mens gekapt waardoor zandverstuivingen ontstonden. De huidige bossen op de Veluwe zijn vanaf de 19e eeuw aangeplant voor de productie van hout. Mensen vestigden zich langs de randen van de Veluwe. Op de kaart is dat goed te zien: dorpen en steden liggen rondom een min of meer rechthoekige groen-paarse vorm. Recreatie en toerisme namen de laatste eeuw sterk toe. Het gebied trekt veel wandelaars en fietsers vanwege de rust, de afwisselende bossen en heidevelden en de grote zoogdieren die hier leven, zoals edelherten, wilde zwijnen en moeflons. Het Trekvogelpad doorkruist het zuidelijke deel van de Veluwe, tussen Apeldoorn en Arnhem door. Vandaag loop ik van Ede, via Ginkelse Heide en Planken Wambuis naar Otterlo. |
De Laarder Allee: een kaarsrechte beukenlaan, ooit de hoofdweg waarover paarden en wagens reden tussen Wageningen en Ede. Een prima akoestiek heeft zo'n beukenbos. Van alle kanten klinkt de galm van zingende merels vanuit de boomkronen. Dichter bij de grond scharrelt en alarmeert een winterkoning, een levenslustig ADHD'ertje in de spaarzame onderbegroeiing. Een boomklever zoekt naar voedsel aan de voet van een enorme beuk. Maar de beukennootjes zijn allemaal uitgelopen. De jonge 'opslag' is geliefd voedsel voor het wild.
|
Drie lange kilometers loop ik langs een spoorlijn die ze hier goed hebben verstopt in een gegraven plooi in het bos. Vier keer passeert een trein van Utrecht naar Arnhem en vier keer van Arnhem naar Utrecht. De laatstgenoemde zitten voller.
De grauwe bewolking lijkt wat op te trekken. Wit-dooraderd blauw daagt in het oosten. De atmosfeer wordt steeds benauwder.
De grauwe bewolking lijkt wat op te trekken. Wit-dooraderd blauw daagt in het oosten. De atmosfeer wordt steeds benauwder.
Langs het pad zit een zwartkopvuurkever. De larven van deze soort zijn kleine jagers. Ze brengen enkele jaren door in rottend hout, waar ze jagen op hout-etende larven van andere insecten.
Terwijl ik de kever fotografeer, hoor ik twintig meter voor me een tuinfluiter zingen, twintig meter achter me zingt een zwartkop. Twee neven uit de Sylvia-familie waartoe ook braamsluiper en grasmus behoren. De verwantschap van de twee vogels kun je terughoren in de zang. Hun lied heeft dezelfde klankkleur als de zang van een merel, maar dat van de tuinfluiter is veel langer en wordt drie keer zo snel gezongen, waardoor het iets van het geluid van een kabbelend watervalletje krijgt. De zwartkop begint zacht en gehaast, maar realiseert zich iedere keer op tijd dat hij zoveel meer in petto heeft: de grijze vogel met het zwarte petje schakelt over naar een prachtig lied van heldere op-en-neergaande tonen. Ik besluit dat ik het zwartkop-lied mooier vind; de tuinfluiter babbelt onverstoorbaar verder. |
Een geschrokken ekster bij de overgang van bos naar akker: het geschutter van z'n vleugelslagen, het geschetter dat aan z'n snavel ontsnapt, het geschitter van het licht in z'n zwarte oog!
De zoet-weeë geur van dennenhars dringt zich aan me op. Het beukenbos laat ik achter me, ik nader de met grove dennen omringde Ginkelse Heide.
Het klaaglijke, meerstemmige gepiep van jonge vogels vestigt mijn aandacht op de nestholte van een grote bonte specht in een berk. Op gepaste afstand wacht ik even af. Een minuutje later komt pa al aanvliegen met een snavel vol lekkers. Verder: een fraai gekleurde gekraagde roodstaart en een meer bescheiden getinte tjiftjaf, in tegenlicht. |
Aan de rand van de Ginkelse Heide ga ik op de grond zitten en eet ik m'n lunch, met een buigzaam berkje als rugleuning.
Honderden parachutisten komen hier ieder jaar naar beneden, op de derde zaterdag in september, om de Airborne Luchtlandingen in 1944 te gedenken, die een onderdeel waren van operatie Market Garden in de Tweede Wereldoorlog. Een eindje verderop staat een monument ter nagedachtenis aan de gesneuvelden. Ook nu zie ik een aantal parachutisten: een veldleeuwerik en een boompieper, die aan het eind van hun zangvlucht als een parachuutje afdalen, waarbij de eerste op de grond, en de tweede in een boom landt. Een koekoek laat van zich horen, slaat even op hol, herpakt zich en 'koekoekt' weer rustig verder. Even later zie ik hem (het is een mannetje) vliegen, hij landt boven in een eenzame den midden op de heide. Stiekem loert hij rond. Een geheimzinnige schurk. |
Dit is militair oefenterrein. Op gezette tijden komt een Chinook helikopter overvliegen die jeeps transporteert. Als het geluid wegsterft, krijgt het gejubel van de leeuweriken weer de overhand, die laten zich niet uit het veld slaan.
Ook de uitgebloeide paardenbloemen, een veld vol, houden hun pluizenbollen bij elkaar onder het motorische geweld van de Koninklijke Luchtmacht. |
Waar Verlengde Arnhemseweg en Wijde Veldweg elkaar kruisen, staat een schaapskooi. Schaapskuddes en heidevelden vormen al eeuwenlang een goede combinatie. Het wollige kleinvee graast in de verte, uitgebloeide paardenbloemen op reuzenformaat.
De grillige takken van een eik aan de heiderand reiken naar de hemel. Ze omarmen de broeierige atmosfeer als een hongerige octopus zijn prooi. |
Door het drukkende weer en m'n drang naar een koud drankje vergeet ik het Airborne-monument te bekijken. Restaurant Juffrouw Tok aan de overkant van de weg is echter nog dicht en dus loop ik verder, de bossen van Noord-Ginkel in.
Open dennenbossen krijgen door een onderbegroeiing van bosbessen iets vriendelijks (foto rechts). Wat een verschil met het doodse dennenbos waar ik tien minuten geleden liep (foto links).
Hier schijnt veel wild voor te komen, maar dat houdt zich gedeisd. Want, hoewel de foto's het misschien niet doen vermoeden, het is warm en het wordt met het kwartier benauwder. Het water in zowel veldfles als lichaam moet nodig aangevuld worden. |
De zon breekt nu en dan door. Ik hoor zanglijster, grote lijster, fluiter, zwarte specht. Op een grote open plek in het bos grazen zwarte Spaanse stieren met vervaarlijke hoorns: Sayaguesa-runderen die ondanks hun indrukwekkende uiterlijk ongevaarlijk schijnen te zijn.
En opeens zwieren er boerenzwaluwen om me heen. Dit gebiedje heet Mossel, een voormalige landbouwenclave zoals je die hier en daar hebt op de Veluwe. Ontstaan in de 14e eeuw toen de boeren het land leerden te bemesten met plaggen, waardoor ze niet meer hoefden verder te trekken wanneer de bodem was uitgeput.
Over uitgeput gesproken, ik zijg neer op een prettig terras bij theehuis Mossel, bestel twee Radlers en als die op zijn begin ik me weer een beetje mens te voelen. De gezellig kwebbelende geluiden van de boerenzwaluwen dringen weer tot me door. Zittend op de dakgoot (de nesten hangen eronder) hebben ze elkaar enorm veel te vertellen. Dat brabbelt de hele tijd door elkaar waarbij ze hun verhalen nu en dan met een luide triller onderstrepen. Ras-optimisten.
En opeens zwieren er boerenzwaluwen om me heen. Dit gebiedje heet Mossel, een voormalige landbouwenclave zoals je die hier en daar hebt op de Veluwe. Ontstaan in de 14e eeuw toen de boeren het land leerden te bemesten met plaggen, waardoor ze niet meer hoefden verder te trekken wanneer de bodem was uitgeput.
Over uitgeput gesproken, ik zijg neer op een prettig terras bij theehuis Mossel, bestel twee Radlers en als die op zijn begin ik me weer een beetje mens te voelen. De gezellig kwebbelende geluiden van de boerenzwaluwen dringen weer tot me door. Zittend op de dakgoot (de nesten hangen eronder) hebben ze elkaar enorm veel te vertellen. Dat brabbelt de hele tijd door elkaar waarbij ze hun verhalen nu en dan met een luide triller onderstrepen. Ras-optimisten.
Ik bevind me hier aan de rand van Planken Wambuis. Dit natuurgebied is vernoemd naar een oude herberg met die naam, die weer ontleend is aan de bijbehorende schuur die boven breder was dan onder, dezelfde vorm als een doodskist, een 'planken wambuis'.
Het laatste deel van de route kronkelt door het Mosselse Zand, een fraai gebied vol zandverstuivingen.
Het laatste deel van de route kronkelt door het Mosselse Zand, een fraai gebied vol zandverstuivingen.
Eén van de bewoners van dit gebied probeert ongezien weg te glippen, maar de bewegingen van deze grote hazelworm vallen te veel op. Ruim dertig centimeter lang is deze op een slang gelijkende, pootloze hagedis. Je snapt niet hoe zo'n beest zo snel vooruit kan komen, zonder wild gekronkel schuift het glanzende lichaam in vrijwel rechte lijn vooruit. Het dier gunt me een halve minuut om enkele foto's te maken en glijdt er dan stil vandoor. Omdat een hazelworm actief wordt in de schemering, was dit toch niet zo'n gebruikelijke ontmoeting.
Over het eindpunt van vandaag, het dorp Otterlo, valt niet zo veel meer te melden dan dat het een mooie ligging heeft. En dat ik een bonte vliegenvanger hoor zingen in een van de fraaie tuinen. Ook in dit dorp zullen de bewoners wel gelukkig zijn, vermoed ik.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
Merel
in 't beukentheater galm van zingende merels prima akoestiek (Ede) |
Ekster
schetterende roep schutterende vleugelslag schitterend kostuum (Ede) |
Veldleeuwerik
'tierelierelier' in stilte volgt een landing als parachutist (Ginkelse Heide) |
Boerenzwaluw
zwierend luchtverkeer buitelend en babbelend ras-optimisten (Mossel) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|