Trekvogelpad, etappe 16
Hoenderloo - Loenen (19 km)
In de avondkoelte - er is net een verfrissend buitje gepasseerd - zit ik voor m'n Quechua-tentje op natuurcamping Zegenoord, een prachtige plek in het bos buiten Loenen. De andere kampeerders komen geleidelijk weer uit hun tent te voorschijn, ze zijn het gewend, regenbuien zijn deze zomer vaste prik. Ik ben verdiept in deel 2 van het boeiende tweeluik van Geert Mak, In Europa.
Op deze mini-camping heb ik al vaker gekampeerd en ik weet dat het in de omgeving wemelt van de wilde zwijnen. Eigenlijk zou ik er nu in de schemering op uit moeten, maar ik heb vandaag genoeg door het bos gewandeld. Na de prachtige etappe over De Hoge Veluwe volgde vandaag namelijk weer een boswandeling, van Hoenderloo naar Loenen.
Op deze mini-camping heb ik al vaker gekampeerd en ik weet dat het in de omgeving wemelt van de wilde zwijnen. Eigenlijk zou ik er nu in de schemering op uit moeten, maar ik heb vandaag genoeg door het bos gewandeld. Na de prachtige etappe over De Hoge Veluwe volgde vandaag namelijk weer een boswandeling, van Hoenderloo naar Loenen.
Vanmorgen de auto geparkeerd in Loenen, daarna met de bus naar Hoenderloo en daar neem ik eerst een 'ijsje van Co'. Want hoewel het nog vroeg is voor zo'n koude 'likkernij' kun je toch niet doorlopen bij het bord 'Het lekkerste ijs van de Veluwe'?
De opvallende, wit gepleisterde 'Heldringkerk' ligt iets buiten het dorp op een heuvel en kijkt uit op grazige weiden met enkele paarden die dat groene gras wel weten te waarderen. Dominee Ottho Gerhard Heldring, naar wie de kerk vernoemd is, was een voorbeeld van iemand die de liefde voor zijn naaste in de praktijk bracht. Toen hij hier in 1839 langskwam tijdens een rondreis over de Veluwe, trok hij zich het lot aan van de arme bewoners die in plaggenhutten woonden en geen beschikking hadden over schoon water. Hij bracht geld bij elkaar en zo kwam er een waterput, een schooltje, een kerk en later een opvang voor kansarme kinderen (wat de voorloper was van de huidige Hoenderloo Groep, een tijdelijk thuis voor jongeren die om diverse redenen niet meer thuis kunnen wonen). |
En dan: het bos in. Een opgewekte boomklever laat van zich horen, een schuwe buizerd vliegt weg van een tak, vlaamse gaaien krijsen tussen het lover. Wat me een beetje tegenstaat, zijn de metershoge hekken waar het pad zich tussendoor moet wringen. Dat doet ernstig afbreuk aan een onbekommerde boswandeling. En bovendien, wat voor nut heeft al dat hekwerk? Een aantal keren passeer ik een draaihekje in de afscheiding wat niet is afgesloten, dus ze kunnen al dat gaas en prikkeldraad net zo goed weghalen. Een paar minuten later ben ik echter blij met de afrastering, als daarachter een woest grommende wolfachtige en een uitzinnig blaffende Cerberus verschijnen. M'n hart slaat enkele slagen over en weer kom ik er achter dat het me moeite kost sympathie op te brengen voor dit soort mensenhaters (net zo min als voor hun baasje die ik van dezelfde macho-eigenschappen verdenk). |
Het pad loopt langs een keurig aangeharkt bungalowpark. Ik zie niemand, maar de vele geparkeerde auto's doen vermoeden dat de huisjes goed bezet zijn (veel hondenbezitters, concludeer ik uit de vele drollen langs het pad). Eens te meer verwonder ik me erover dat je, wanneer je buiten de bebouwde kom en buiten de doorgaande wegen komt, geen mens tegenkomt in Nederland. Het is weliswaar een doordeweekse dag, maar het is ook midden in de vakantietijd. Waar zijn al die mensen?
Intussen is het grijze wolkendek opengebroken en de bosgrond wordt met zonnestralen overgoten. Een wolkenflard zet de tegenaanval in, een kille schaduw trekt kortstondig over het pad, maar de zon zet door en dat is het sein voor de raven om hun vliegkunsten op de thermiek te beproeven. Het rollende gekras was me al opgevallen en bij een open plek zie ik opeens negentien van deze zwarte vogels zweven boven de boomtoppen, vleugels en staart weid uitgespreid om zoveel mogelijk opstijgende warme lucht te vangen.
Dat skydiven in het luchtruim werkt kennelijk aanstekelijk, twee buizerds en een sperwer voegen zich bij het gezelschap. Deze roofvogels volgen mooie cirkelbanen terwijl de raven hun creatieve aard volgen en een grilliger spoor trekken. De wolken lijken besluiteloos: verdwijnen of verdichten? Voorlopig kiezen ze het laatste, waarmee er een einde komt aan de vliegshow. |
Zigzaggend passeer ik een sterk vergrast, open heideveld op de Schenkenshul, een 80 meter hoge heuvel die het hoogste punt van het Trekvogelpad vormt. Een eenzame boompieper vliegt vanaf het pad op, een boom in, voorlopig het enige teken van ornithologisch leven. Struikheide en schaarsere dopheide staan in bloei en trekken veel hommels en bijen. Gezoem komt, gezoem gaat, de stilte blijft.
|
Na dit weidse intermezzo versmalt de blik zich weer: het pad voert het Spelderholt in en dat heeft niet de variatie van De Hoge Veluwe. Rechte paden doorsnijden het naaldbos, kilometer na kilometer.
Een boswandeling in augustus: aan weerszijden schuiven de bomen langs de randen van m'n blikveld en verder gebeurt er niets. De enige tekenen van leven zijn de mestkevers op het pad en de door zwijnen omgewoelde bosranden. |
Maar ik klaag niet, het is windstil en hoewel de zon zich nauwelijks laat zien, is het met 20°C perfect wandelweer. Voor een natje (cappuccino) en een droogje (appelgebak) onderbreek ik de bos-tocht bij wegrestaurant Mendel langs de Arnhemseweg.
Meer bos volgt. Een hoogtepuntje is de Schansenberg, een heuvelachtig gebied waar de struikheide uitbundig bloeit. Op de heuveltop staan zes Limburgse dames die ook het trekvogelpad lopen. Druk converserend genieten ze van het uitzicht. Ik laat hen voorgaan en opgewekt babbelend lopen ze in slagorde de verkeerde kant op. 'Ik denk dat u hier bij het bankje linksaf moet,' roep ik hen na. Als in een tekenfilm bevriezen ze in hun beweging, twee seconden houdt het gesprek stil, dan keren ze terug op hun schreden en kwebbelend en giechelend marcheren ze het goede paadje in.
Meer bos volgt. Een hoogtepuntje is de Schansenberg, een heuvelachtig gebied waar de struikheide uitbundig bloeit. Op de heuveltop staan zes Limburgse dames die ook het trekvogelpad lopen. Druk converserend genieten ze van het uitzicht. Ik laat hen voorgaan en opgewekt babbelend lopen ze in slagorde de verkeerde kant op. 'Ik denk dat u hier bij het bankje linksaf moet,' roep ik hen na. Als in een tekenfilm bevriezen ze in hun beweging, twee seconden houdt het gesprek stil, dan keren ze terug op hun schreden en kwebbelend en giechelend marcheren ze het goede paadje in.
'Wat een attractie!,' hoor ik een moeder jubelen tegen haar zoontje. Of ze dit sarcastisch bedoelt weet ik niet, maar ik ben aanbeland bij Neêrlands hoogste waterval. Dat iedere vergelijking met de Niagara- of Victoria-watervallen mank gaat, is duidelijk.
De Vrijenbergerspreng is een door mensen gegraven en netjes kaarsrecht tussen perkoenpalen geleid beekje, bedoeld om het Apeldoorns Kanaal van voldoende water te voorzien.
Omdat de beek behoorlijk veel verval kent (15 meter over twee kilometer) zijn er, om de stroomsnelheid en dus de erosie te beperken, enkele watervallen aangebracht. De Kleine Waterval (4,9 m, middelste foto hieronder) en de Grote Waterval (5,8 m, meest rechtse foto) worden geroemd in toeristenfolders. De laatste wordt zelfs aangeprezen als de 'Niagara van de Veluwe', waarbij voor het gemak het totale verval (15 m) op het conto van deze ene waterval komt te staan ('Even hoog als de Watervallen van Coo in België!'). Ach, die gezwollen taal van de toeristenbureaus... Hoe dan ook, voor gezinnen met kinderen biedt het een welkome onderbreking van een fietstocht. In het heldere water kan heerlijk gepoedeld worden. |
Het landschap wordt wat opener, ik nader Loenen (op de Veluwe, niet te verwarren met Loenen aan de Vecht in Utrecht). Het gefluit van een stoomlocomotief klinkt over de landerijen. Vlakbij ligt het traject van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij, een toeristisch overblijfsel van de 'Koning Willem III-lijn', dat van Dieren naar Apeldoorn loopt.
Onder samengepakte donkere wolken bereik ik het terras van restaurant De Loenermark in Loenen en na een colaatje spoed ik me naar het kampeerterrein om vóór de naderende regenbui m'n tentje op te kunnen zetten.
Onder samengepakte donkere wolken bereik ik het terras van restaurant De Loenermark in Loenen en na een colaatje spoed ik me naar het kampeerterrein om vóór de naderende regenbui m'n tentje op te kunnen zetten.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Raaf
de zon geeft het sein: skydiven in het luchtruim negentien raven (Hoenderloo) |
Gaai
een boswandeling - schuin invallend licht, een schim kruist krijsend het pad (Hoenderloo) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|