'Het oogsten van het wier geschiedde in ondiepe wateren, de maaiers kwamen ongeveer tot hun middel in het water en sneden het wier af met een groot soort tuinscharen. Het wier werd geloogd, gedroogd, samengeperst en opgeslagen in wierschuren. Daarvan waren er ettelijke op Wieringen. Ten slotte werd het wier per schip gevaren naar de plaatsen waar men dijken bouwde of herstelde.'
(Max Dendermonde, Kees Scherer - Zuiderzee, dood water, nieuw leven, Elsevier - Amsterdam/Brussel, 1985.)
(Max Dendermonde, Kees Scherer - Zuiderzee, dood water, nieuw leven, Elsevier - Amsterdam/Brussel, 1985.)
Zuiderzeepad, etappe 21
Wieringen: Den Oever - Waddenzeedijk - Vatrop - Oosterland - Stroe - Den Oever (12 km)
Vrijdag 27 maart 2020
Ze klinken als Middeleeuwse oer-namen: Stroe, Vatrop, De Elft, Westerklief, Haukes, Smerp, De Belt, Hollebalg, De Hoelm.
Nee, dit is geen rijtje plaatsnamen uit een boek van Tolkien, het zijn de namen van plaatsjes op het voormalige Zuiderzee-eiland Wieringen, de bestemming voor vandaag. Terwijl ik over stille snelwegen naar de kop van Noord-Holland rij, bedenk ik dat er vandaag meer dan honderd Nederlanders zullen sterven aan de gevolgen van een virus... Vandaag precies een maand geleden werd in Nederland de eerste besmetting met het coronavirus vastgesteld. De ziekte dook eind 2019 op in Wuhan in China, verspreidde zich over de hele wereld en is sinds 11 maart als pandemie erkend. Om verspreiding en besmetting zoveel mogelijk in te dammen, heeft het kabinet alle Nederlanders verzocht zoveel mogelijk thuis te werken. Als je de deur uitgaat, dan zoveel mogelijk alleen en met inachtneming van 1,5 meter afstand tot anderen. Een solitaire wandeling op het rustige Wieringen is toegestaan. |
Volop zon vandaag, maar als ik in Den Oever uit m'n auto stap, grijpt een kille wind me bij de schouders. Als vanzelf word ik naar een aan de rand van de parkeerplaats opgestelde palingkraam geduwd. De in overall gestoken eigenaar opent voor me het deurtje van een verrijdbare metalen rookkast; de palingen hangen in lange rijen aan de speten te roken boven een vuurtje. Hij wenst me een fijne wandeling ('Lekker uitwaaien, dat kan hier heel goed!'). Ik loop naar de haven.
Den Oever en Urk zijn volgens mij de enige 'Zuiderzee-stadjes' waar visserij nog een serieuze zaak is met volop bedrijvigheid in de haven. Business as usual dus? Nee, de gevolgen van de coronacrisis zijn ook hier merkbaar. De handel ligt stil door sluiting van de horeca in binnen- en buitenland. En dus ligt langs de kade een rij werkloze kotters te suffen aan de meertouwen. Vissers vullen hun tijd met reiniging van schip en reparatie van net, al werpen ze nu en dan verlangende blikken op de horizon. Verder heerst er een onwezenlijke rust, zoals overal in het land. |
Bij de noordpunt van de vissershaven overzie ik het statische schouwspel nog een keer en draai me om, de wind voert de spaarzame havengeluiden weg, ik richt me op de uitkijktoren ('Waddenbelevingspunt') met zicht over kwelder en wad.
De Waddenzee is een van onze mooiste natuurgebieden en een van UNESCO's werelderfgoederen. Uniek, uitgestrekt, ontstaan door de werking van eb en vloed en iedere dag weer anders. Bij laag water ontstaat er een telkens veranderend netwerk van droogvallende geulen. Miljoenen trekvogels foerageren dan op wormen, kreeftjes en schelpdieren en tanken zo bij voordat ze verder vliegen tussen broed- en overwinteringsgebied. Bij hoogwater rusten al die vogels dicht langs de kust op zogenaamde hvp's (hoogwatervluchtplaatsen). Ik zie rustende rosse grutto's, kanoeten, kluten, scholeksters, bergeenden, kokmeeuwen en stormmeeuwen, allen met de kop in de wind en balancerend op één poot. |
De kop van Noord-Holland, hoe zag die er vroeger uit? Stormen in de 12e eeuw hadden ervoor gezorgd dat dit gebied grotendeels onder water was gelopen. Het hoger gelegen Wieringen, dat net zoals bijvoorbeeld Urk op een keileembult ligt, werd een eiland. Vanaf 1927 (dus vóór de aanleg van de Afsluitdijk) werd begonnen met drooglegging van de Wieringermeer om te voldoen aan de groeiende behoefte aan landbouwgrond. Wieringen werd weer verbonden met het vasteland. De Wieringermeer werd een grootschalige landbouwvlakte (die nog één keer onder water kwam te liggen, toen Duitsers aan het eind van de Tweede Wereldoorlog de dijk opbliezen om een geallieerde luchtlanding op deze vlakte bij de Afsluitdijk te voorkomen).
Het Zuiderzeepad loopt vanaf de Afsluitdijk door het Robbenoordbos - voor houtproductie aangelegd - en dan over de veertien kilometer lange, kaarsrechte dijk die het IJsselmeer scheidt van de Wieringermeerpolder. Een route kortom, die me niet zo aantrekkelijk leek; in plaats daarvan maak ik een tochtje over het oostelijk deel van Wieringen, 'het voormalige Zuiderzee-eiland' of, zoals de toeristenfolders het enigszins mysterieus aanduiden, 'het geheime Waddeneiland'.
Het Zuiderzeepad loopt vanaf de Afsluitdijk door het Robbenoordbos - voor houtproductie aangelegd - en dan over de veertien kilometer lange, kaarsrechte dijk die het IJsselmeer scheidt van de Wieringermeerpolder. Een route kortom, die me niet zo aantrekkelijk leek; in plaats daarvan maak ik een tochtje over het oostelijk deel van Wieringen, 'het voormalige Zuiderzee-eiland' of, zoals de toeristenfolders het enigszins mysterieus aanduiden, 'het geheime Waddeneiland'.
Langs de Waddenzeedijk loop ik westwaarts, buitendijks, met de wind in de rug.
Links ziet een 'torenkraai' z'n geliefde stek wegzinken in de bodem. Of het is de kerktoren van Oosterland die boven de dijk uitsteekt, dat kan ook. Maar ik beklim de dijk niet, ik wil niet weten wat zich erachter afspeelt, ik heb genoeg aan de kalme vlakte ter rechterzijde. De rustende vogels op het wad houden zich stil, alleen het doordringende 'tepiet' van een scholekster en de gerekte kreet van een meeuw doorbreken de stilte. Af en toe de ijle roepjes van graspiepers op het schor. Met enige regelmaat vliegen kleine groepjes lepelaars over, prachtige witte vogels, altijd zwijgzaam, met gestrekte hals en lepelsnavel. Ze doen het goed in Nederland (meer dan 2500 broedparen, uniek voor Noordwest-Europa). |
Kanoeten, de grootste strandlopers, zoeken op de tast naar kleine schaaldieren in het ondiepe zeewater. Je kunt alleen maar respect hebben voor deze lange-afstandstrekkers die misschien wel vanuit Zuid-Afrika onderweg zijn naar Siberië in het hoge noorden. De Waddenzee is als pleisterplaats voor deze vogelsoort van levensbelang. Drie steenlopers, mooi gecamoufleerd, zoeken hun eten onder steentjes en zeewier. 'Turnstone', heet de vogel in Engeland. 'Tukketuk,' de bedrijvige vogeltjes vliegen een stukje verder en tonen hun kenmerkende streeppatroon op rug en vleugels. 'I'm on a road to nowhere', neurie ik, terwijl ik in een uitgestrekt kustlandschap loop op een onverhard pad zonder kennelijke bestemming. Dit pad moet de inspiratiebron zijn geweest voor de Talking Heads. Het doet me denken aan de weidsheid in de Camargue. Alleen is het daar meestal wat warmer... |
Wandelen heeft boven fietsen het voordeel dat je niet constant gestoord wordt. Geen bozig bellende tegenliggers. Geen plotseling in het wegdek opduikende paaltjes. Als je opzij kijkt en afwijkt van je route is dat geen probleem. Je kunt kortom je gedachten meer de vrije loop laten.
Tijdens een fietstocht kom je in tien minuten door verschillende landschappen en daardoor lijkt dit een afwisselender bezigheid. Maar mijn ervaring is dat je tijdens een wandeling het landschap veel intenser beleeft. Je stopt even bij een opeenhoping van rood bepantserde kevers. Je richt je verrekijker op drie kluten die zich na een uitputtende baltsvlucht in het ondiepe water laten vallen. Bekijk je dat spektakel vanaf je fiets, dan bereik je geheid - maar minder sierlijk - diezelfde natte bestemming. Nog zo iets: ontmoetingen op de fiets duren een seconde, als je al van een ontmoeting kunt spreken. Wandelend blijf je al gauw even staan en soms ontspint zich een verrassend gesprek. |
Bij Kleiput Vatrop sla ik af, het binnenland in. Deze kleiput is ontstaan nadat in het verleden keileem werd afgegraven voor dijkbouw. Een fraai natuurgebiedje is het resultaat; en het wordt de komende maand steeds mooier als de kluten gaan broeden op het schelpeneilandje, waar nu nog een paar bergeenden in de weg liggen. Een kluut is het toppunt van elegantie. De gracieuze gestalte, de verfijnde vorm van de snavel, de breekbaar ogende lengte van de poten. En dan die geraffineerde zwarte belijning op het verder spierwitte verenkleed, daar kan geen menselijk ontwerp tegenop. Vogelkunstenaar Erik van Ommen kan met enkele rake streken van z'n penseel een volledige kluut op het doek toveren, razend knap. Bij het zien van een kluut op het wad of in de vlucht, weet ik: dit is een van de meest geniale schepsels. |
Vatrop schijnt in het oud-Scandinavisch 'dorpje aan het water' te betekenen. Vanaf 1996 zijn er op Wieringen drie Vikingschatten uit de 9e eeuw gevonden, bestaande uit zilveren munten en sieraden. Uitkijkend over het lichtglooiende landschap, op misschien wel het mooiste plekje van Wieringen, kan ik me goed voorstellen dat de Vikingen hier vroeger het anker lieten vallen. De verwantschap met het Deense kustlandschap zal hen niet ontgaan zijn.
Op een gemaaide strook in een weiland staan in een rechte lijn enkele boomstompen opgesteld met daarop verticaal neergezette houtschijven met gaten, die zicht bieden op de noordoostelijke Waddenzee. 'Woodhenge', volgens het bordje wat er naast hangt, als verwijzing naar het Engelse Stonehenge.
Kijk je door de gaten, dan zie je een punt op de horizon waar op 21 juni (de langste dag) de zon om 5.19 uur opkomt. De zon schijnt dan door de vier gaten tegelijk. Fraai, ik hou van dit soort kunstige landschapselementen. |
Vooruit schuivende gletsjers in de voorlaatste ijstijd hebben het glooiende stuwwallenlandschap op Wieringen doen ontstaan. Het hoogste punt, 13 meter boven N.A.P., ligt bij Westerland. (Later, als ik met de auto nog een ritje maak richting Westerland, valt m'n oog - waarschijnlijk door de coronacrisis getriggerd - op een straatbordje met de naam Quarantaineweg. In vroeger eeuwen, als er in Europa een besmettelijke epidemie heerste, moesten schepen of zieke bemanningsleden bij terugkeer bij Wieringen veertig dagen in afzondering doorbrengen (het woord quarantaine is van die periode van veertig dagen afgeleid).)
|
Stroe. Eilandmuseum Jan Lont is gesloten, zoals alle musea nu in Nederland. De weilanden hier zijn omsloten door 'tuinwallen', aarden walletjes, vroeger overal op Wieringen te vinden.
Op een heuvel ligt een kerkhof met kapel ('plaats van stilte, rust en bezinning'), op de plaats waar ooit een aan Willibrord gewijd kerkje stond. De stilte wordt slechts doorbroken door het geloei van de wind in de omringende bomen. En door het gezoem van een dikke hommel die onvermoeibaar de bloemkelken van alle narcissen bezoekt, als een onverbeterlijke kroegloper . |
Op het eiland Wieringen werd vroeger 'wier' (eigenlijk zeegras) gewonnen en na een drogingsproces gebruikt als vulling voor matrassen en kussens, maar ook voor de aanleg van dijken. (Dat Wieringen zijn naam te danken heeft aan wier, lijkt voor de hand te liggen. De naam schijnt echter afgeleid te zijn van het Oudfriese woord 'wir', wat hoogte betekent.) Het pad loopt langs zo'n wierdijk terug richting Den Oever. Schapen, veel voorkomend op Wieringen, grazen het gras kort. Pasgeboren lammetjes liggen in diepe slaap uitgestrekt op het groene tapijt, vredig en volledig van de wereld. Die zijn zich niet bewust van een coronacrisis. Die hebben het goed op Wieringen. |
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
Kanoet
duizend kanoeten - op grote schaal zoeken ze kleine schaaldieren (Wieringen) |
Kluut
gracieus figuur fijnzinnige snavelvorm chic lijnenspel - kluut (Wieringen) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|