Romeinse Limespad, etappe 10
Rhenen - De Blauwe Kamer - Wageningse Bovenpolder - Wageningse Berg - Renkum (21 km)
Donderdag 6 januari 2022
Tijdens de huidige lockdown (vanwege het opnieuw om zich heen grijpende coronavirus) zijn o.a. niet-essentiële winkels, cafés, restaurants, bioscopen en theaters gesloten: een rustige, maar ook een wat saaie kerstvakantie dus.
Dat theaters gesloten zijn mis ik vandaag echter niet, omdat er buiten een geweldig schouwspel wordt opgevoerd. Het toneelstuk kent drie bedrijven, elk met eigen kenmerkende rekwisieten: (1) uiterwaarden, (2) stuwwallen, (3) bossen. Stadjes en dorpen, soms te zien aan de rand van het podium, zijn echter meestal verborgen achter de coulissen. Glorieuze hoofdrolspeler met een Oscarwaardige acteerprestatie in het gehele stuk: de zon! |
Het doek gaat op. Over de Rijnbrug loop ik Rhenen uit, met rechts de Cunerakerktoren en links de opvallende verheffing van de Grebbeberg. Hier is in de Tweede Wereldoorlog veel slag geleverd, zowel in 1940 (de slag om de Grebbeberg) als in 1944 toen de spoorbrug werd verwoest, op de fundamenten waarvan later de brug is gebouwd waarover ik nu de Betuwe binnenloop.
De route voert nu - een verademing ten opzichte van de vorige wandeling - over graspaden door de uiterwaarden. Op het vrij snel stromende water van de Nederrijn zwemmen de grootste en de kleinste vertegenwoordiger van de futenfamilie in ons land: fuut en dodaars, die beurtelings onderduiken op zoek naar voedsel en dan tientallen meters stroomafwaarts weer bovenkomen. Waar komen die aan het eind van de dag uit? |
Tussen de kribben dobberen - naast de overal aanwezige meerkoeten - smienten en grote zaagbekken. Beide eendensoorten komen na de broedtijd in Noord-Europa, bij ons overwinteren. Grote zaagbekken, duikeenden met een langwerpig, roomwit lijf dat drijft op de waterspiegel als een gestroomlijnd jacht, danken hun naam aan de zaagranden op beide snavelhelften waarmee ze glibberige vis kunnen vasthouden. Je ziet ze deze wintermaanden op binnenmeren en rivieren, in tegenstelling tot de iets kleinere middelste zaagbekken die zout water verkiezen.
Grauwe ganzen staan samengedromd in een hoek van de uiterwaard, als klittende huisjes in een dorpje op het weidse platteland.
Een volgelopen nevengeul spiegelt fraai de decoratieve wilgen tegen de achtergrond van de blauwe hemel.
Grauwe ganzen staan samengedromd in een hoek van de uiterwaard, als klittende huisjes in een dorpje op het weidse platteland.
Een volgelopen nevengeul spiegelt fraai de decoratieve wilgen tegen de achtergrond van de blauwe hemel.
Na het grenzeloze grijs in de afgelopen weken, overheerst vandaag het uitbundige blauw. Wandelen is een feest. Het lichaam kent drie basisritmes: kloppen van het hart, ademhalen, wandelen. Waarom zou je die derde veronachtzamen?
En wandelen in m'n eentje, ik vind het heerlijk. ‘Mannen genezen nooit geheel van het zondig heimwee naar de eenzaamheid die Adams onvervreemdbaar deel was, vóór die affaire met zijn rib.’ (Simon Carmiggelt in ‘Tanken’, Ping pong, De arbeiderspers, Amsterdam)
En wandelen in m'n eentje, ik vind het heerlijk. ‘Mannen genezen nooit geheel van het zondig heimwee naar de eenzaamheid die Adams onvervreemdbaar deel was, vóór die affaire met zijn rib.’ (Simon Carmiggelt in ‘Tanken’, Ping pong, De arbeiderspers, Amsterdam)
Ik loop vandaag een stuk noordelijk van de vermoedelijke castella (grensforten) in Kesteren en Randwijk in de Betuwe. Een van de weinige tekenen van de Romeinen die ik vandaag te zien krijg, is een wachttoren in Romeinse stijl die hier in het jaar MMXVI aan de dijk ten noordoosten van Kesteren is gebouwd.
In een wachttoren verbleven vier soldaten. Ze sliepen beneden, leefden op de eerste verdieping en liepen boven de wacht. Uitzicht op de Rijn was gegarandeerd, met op de achtergrond de beboste heuvel van de Grebbeberg. Verder zal een dagje wachtlopen in dit moerassige gebied zeker geen opwindende bezigheid zijn geweest. De legionairs zullen heel wat af gedobbeld hebben. (Als dan het eten aanbrandde, dan had je iets uit te leggen; nabijgelegen wachttorens werden namelijk via rooksignalen gewaarschuwd voor een aanval...) |
Bij 't Veerhuis steek ik via het Opheusdense Veer weer over naar de noordoever van de Rijn, op deze plek een waterrijk landschap met de naam 'De Blauwe Kamer', naar de steenfabriek die hier vroeger stond en waarvan de kenmerkende schoorsteen nog uittorent boven velden met zwart behaarde runderen (galloways) en plasjes met grote zilverreigers. Dit is een rivieroeverreservaat met natuurlijke dynamiek, waarbij de rivier de ruimte wordt gegund bij hoge waterstanden. Hier broedt de lepelaar, trekt de visarend door en overwintert de klapekster.
Over een zandpad door de weilanden, langs vervallen boerenschuren, wandel ik richting Wageningen.
Drie spreeuwen jakkeren in rechte lijn voort, snavel naar voren gestrekt - die worden ergens verwacht, maar zijn te laat vertrokken.
In het veld sjouwen roeken, zwart met lijkbleke snavels. De panden van hun iets te ruime doodgraversjassen hangen tot op de grond waardoor ze een beeld oproepen van haveloze zwervers. Eentje vliegt naar een boom boven m'n hoofd en wijst me op luide toon terecht: 'Wie denk je dat je bent, heb je jezelf wel eens bekeken?' (Ik mag vogels graag antropomorfiseren.)
Drie spreeuwen jakkeren in rechte lijn voort, snavel naar voren gestrekt - die worden ergens verwacht, maar zijn te laat vertrokken.
In het veld sjouwen roeken, zwart met lijkbleke snavels. De panden van hun iets te ruime doodgraversjassen hangen tot op de grond waardoor ze een beeld oproepen van haveloze zwervers. Eentje vliegt naar een boom boven m'n hoofd en wijst me op luide toon terecht: 'Wie denk je dat je bent, heb je jezelf wel eens bekeken?' (Ik mag vogels graag antropomorfiseren.)
Verder, richting studentenstad Wageningen (Landbouwhogeschool, sinds 2016: Wageningen University & Research, WUR).
Langs het pad vertellen informatieborden over de evacuatie van de inwoners van de stad in mei 1940 en nogmaals in oktober 1944. Bekender is de stad vanwege de capitulatie van de Duitse bezetter in Nederland: de akte werd ondertekend in hotel De Wereld in Wageningen, gelegen tussen de Grebbeberg (geallieerde troepen) en de Edese hei (Duitse troepen).
Langs het pad vertellen informatieborden over de evacuatie van de inwoners van de stad in mei 1940 en nogmaals in oktober 1944. Bekender is de stad vanwege de capitulatie van de Duitse bezetter in Nederland: de akte werd ondertekend in hotel De Wereld in Wageningen, gelegen tussen de Grebbeberg (geallieerde troepen) en de Edese hei (Duitse troepen).
Van het stadje krijg ik niet veel te zien. Het pad slaat af, langs de enorme gebouwen van een betonfabriek, de Pabstsendam in. Modderige paden leiden me door de Wageningse Bovenpolder, een mooi uiterwaardengebied langs de Nederrijn.
Het is begin januari en nog weinig vogels laten zich zien / horen. Alleen een blauwe reiger, suffend langs het pad, schrikt van me, slaat z'n vleugels uit en vliegt op, een stuntelige actie die treffend is beschreven door Robert Macfarlane in zijn boek 'De Oude Wegen': ‘Eenmaal verrees er uit vlak terrein ten zuiden van ons een reiger: een opvouwbare contraptie van stutten en zeildoek, die net op tijd zodanig in vorm schoot en klikte dat hij in de lucht kon blijven; hij wiekte op gebogen vleugels noordwaarts en vertraagde de tijd.’ |
Een tijdje zit en lunch ik op een betonnen paalvoet langs het kolkende water van de Nederrijn, ik wandel langs de markante toren van een voormalige steenfabriek (daarvan moeten er honderden hebben gestaan op de klei-oevers langs de grote rivieren) en na verloop van tijd draai ik weer richting het noorden waar de bossen op de glooiing van de Wageningse Berg verschijnen.
In de voorlaatste ijstijd werd het land door gletsjerijs vanuit het noorden opgestuwd tot stuwwallen. Zo ontstonden de Grebbeberg (als uitloper van de Utrechtse Heuvelrug) en de Wageningse berg (als uitloper van die andere stuwwal, de Veluwe).
De Wageningse Berg, wat een prachtige omgeving is dit! Ik was hier nog nooit geweest, en hoop er niet voor het laatst te zijn.
Ik beklim een lange, steile trap en wandel langs het Bergpad, dat evenwijdig aan de hoogtelijnen, hoog bovenlangs het Rijndal voert. Rechts prachtige vergezichten, links Belmonte Arboretum, een parkachtig aangelegde botanische tuin. Her en der lopen groepjes mensen, alle bankjes zijn bezet door ouderen die genieten in de zon, overal hoor je enthousiaste gesprekken over de schoonheid van dit landschap. Een flinke troep staartmezen doet een extra duit in het zakje. Zijn er staartmezen in de buurt, dan is de lucht altijd vervuld van hun kreetjes. Zwart-wit-roze pingpongballetjes met gele oogschaduw en lange staart, altijd aan het feestvieren.
De Wageningse Berg, wat een prachtige omgeving is dit! Ik was hier nog nooit geweest, en hoop er niet voor het laatst te zijn.
Ik beklim een lange, steile trap en wandel langs het Bergpad, dat evenwijdig aan de hoogtelijnen, hoog bovenlangs het Rijndal voert. Rechts prachtige vergezichten, links Belmonte Arboretum, een parkachtig aangelegde botanische tuin. Her en der lopen groepjes mensen, alle bankjes zijn bezet door ouderen die genieten in de zon, overal hoor je enthousiaste gesprekken over de schoonheid van dit landschap. Een flinke troep staartmezen doet een extra duit in het zakje. Zijn er staartmezen in de buurt, dan is de lucht altijd vervuld van hun kreetjes. Zwart-wit-roze pingpongballetjes met gele oogschaduw en lange staart, altijd aan het feestvieren.
Ik nader het oude dorp Renkum ( in het jaar 970 al genoemd als 'Radinchem'), ik daal de heuvel af en loop door de bossen rond Oranje Nassau's Oord. Voor de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog stond hier een koninklijk paleis, nu staat er op het landgoed een gelijknamig verpleeghuis.
Aan het eind van de voorstelling, voordat het doek valt, loop ik door boslanen en langs beekdalen na te genieten van de wandeling.
Een staande ovatie is hier op z'n plaats, klaterend applaus!
Aan het eind van de voorstelling, voordat het doek valt, loop ik door boslanen en langs beekdalen na te genieten van de wandeling.
Een staande ovatie is hier op z'n plaats, klaterend applaus!
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
Grote zaagbek
winter, met roomwit lijf bevaart hij de rivier - een gestroomlijnd jacht (Rhenen) |
Spreeuw
snelle spreeuwenvlucht: die worden verwacht, maar zijn te laat vertrokken? (Wageningen) |
Roek
in doodgraversjas en met lijkbleke snavel spit hij in de grond (Wageningen) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|