Amsterdam, tien voor elf 's ochtends. Café Prins Heerlijk aan het begin van de Zeedijk, met uitzicht op het Centraal Station. Ik zit in de zon voor het café en drink een cappuccino.
Het Centraal Station nadert langzamerhand z’n voltooiing; vele jaren lang was het stationsplein een grote bouwput. De mensen om me heen spreken vele talen, het Nederlands klinkt slechts sporadisch. Verder klinken er bouwgeluiden, busgetoeter, tramgerinkel. Het ruikt naar versgebakken brood. Twee mannen op leeftijd sjouwen een groot schilderij – wat bij nadering een nep-nachtwacht blijkt te zijn – over straat en laden die in een witte Renault met het opschrift ‘Proeflokaal de Ooievaar’. Veel toeristen met rugzakken en tassen kijken zoekend rond, kennelijk net aangekomen en zich oriënterend waar ze naartoe moeten.
Het Centraal Station nadert langzamerhand z’n voltooiing; vele jaren lang was het stationsplein een grote bouwput. De mensen om me heen spreken vele talen, het Nederlands klinkt slechts sporadisch. Verder klinken er bouwgeluiden, busgetoeter, tramgerinkel. Het ruikt naar versgebakken brood. Twee mannen op leeftijd sjouwen een groot schilderij – wat bij nadering een nep-nachtwacht blijkt te zijn – over straat en laden die in een witte Renault met het opschrift ‘Proeflokaal de Ooievaar’. Veel toeristen met rugzakken en tassen kijken zoekend rond, kennelijk net aangekomen en zich oriënterend waar ze naartoe moeten.
Zo meteen vertrek ik rechtsaf de Zeedijk in voor de start van het Pelgrimspad. Vijfendertig jaar geleden kwam ik hier voor het eerst. Onderweg naar school moest ik op Amsterdam CS overstappen. Regelmatig liepen we dan een stukje de stad in (en kwamen daardoor natuurlijk te laat op school; ‘treinvertraging’ heette dat). De Zeedijk was toen een onveilige straat waar criminelen zich ophielden. Eenmaal zijn we aarzelend de straat in gelopen om na enkele meters weer snel om te draaien, achterna geroepen door twee ongure kerels. De Zeedijk is echter helemaal opgeknapt en ziet er nu een stuk betrouwbaarder uit. De straatnaambordjes zijn zowel van Nederlandse als van Chinese naam voorzien: dit is het hart van de Chinese buurt. |
Op nummer 1 staat het oudste café van de stad, In ’t Aepjen. De uitdrukking ‘in de aap gelogeerd zijn’ schijnt hier vandaan te komen. Matrozen die naar Oost-Indië vertrokken brachten hier de nacht door voor het vertrek en van die gevaarlijke tocht kwamen veel zeelieden niet meer levend terug… Ik verwacht niet dat mijn tocht zo gevaarlijk zal worden; ik ga van start. Na een stukje Zeedijk kom ik uit op de Oudezijds Voorburgwal. Hier staat de Majoor Bosshardt-bank, een bronzen beeld van de bekende majoor van het Leger des Heils tegenover het huis waar ze jarenlang woonde en werkte. Op de bank staat de tekst die ze in de praktijk bracht in deze rosse buurt: 'God dienen is mensen dienen, mensen dienen is God dienen’. |
Het Begijnhof ligt een meter lager dan de rest van de binnenstad, op het middeleeuwse straatniveau. Ondanks de toeristen is het hier een oase van rust. Gedempte orgelklanken vanuit de kapel benadrukken de rust hier buiten.
Op een bankje naast de zogenoemde 'Engelse kerk' pauzeer ik, tegenover Het Houten Huys. Dit middeleeuwse huis uit 1528 werd lange tijd gezien als het oudste houten huis van Nederland. In 2012 werd in de Warmoesstraat echter een nog ouder houten huis (uit 1485) ontdekt dat schuilging achter een onopvallende stenen gevel. |
Op het Spui beland ik op een boekenmarkt. Ik weet me in te houden en schenk er geen aandacht aan. Maar op het Koningsplein zit Scheltema, de grootste boekwinkel in Neêrlands hoofdstad. Onder het mom van een urgent toiletbezoek schiet ik naar binnen.
Even later vind ik mezelf terug op een bankje langs de Leidsegracht, waar iedere minuut een rondvaartboot passeert. Het is prachtig weer, zonnig en warm. Op een paaltje zit een huismus die evenals ik heel tevreden in het zonnetje geniet.
Even later vind ik mezelf terug op een bankje langs de Leidsegracht, waar iedere minuut een rondvaartboot passeert. Het is prachtig weer, zonnig en warm. Op een paaltje zit een huismus die evenals ik heel tevreden in het zonnetje geniet.
Wit-rode strepen, de routeaanduiding voor een LAW, heb ik nog niet gezien. Voor de navigatie heb je het routeboekje echt nodig.
Inmiddels ben ik van kaart nummer 1 afgewandeld: tweeënhalve kilometer in twee uur tijd, nog twintig kilometer te gaan ...
Vanaf nu meer vaart erin!
Inmiddels ben ik van kaart nummer 1 afgewandeld: tweeënhalve kilometer in twee uur tijd, nog twintig kilometer te gaan ...
Vanaf nu meer vaart erin!
In het Vondelpark, waar naamgever Joost wordt onder gepoept door de vele zilvermeeuwen, stadsduiven en halsbandparkieten, kom ik de eerste wit-rode markeringen tegen en ook het eerste wit-rode kruis (waar ik niet in moet). Het mooie, ruim opgezette park ligt vol met jongeren (bruinend in de zon) en Turkse en Marokkaanse gezinnen (picknickend in de schaduw).
Drieëndertig jaar geleden (in 1980), toen ik in Amsterdam de lerarenopleiding biologie en wiskunde volgde, heb ik in het Vondelpark enkele bomenexcursies gevolgd. Verder kwam ik hier weinig. Vaker was ik in het Amsterdamse Bos te vinden en daar loop ik nu naar toe. |
Bij het verlaten van het Vondelpark zie ik aan de straatbordjes dat ik het centrum achter me heb gelaten, dit is de wijk Oud-Zuid. Ik passeer lange rijen woonboten, duidelijk een populaire woonvorm hier. De meeste zien er luxe uit, maar er zijn ook door klimop en ander groen overwoekerde exemplaren.
|
Langs het pad hangen enkele bordjes met meteorologische volkswijsheid of beter gezegd, Amsterdamse volkshumor:
’Onweer in september, dan valt kerstmis in december!' en: ’Als het regent in mei, dan is april reeds voorbij’. |
Na een sluisje moet ik een kleine aanpassing in de route nemen vanwege een wegafsluiting. Een minder interessant stuk volgt, tussen kantoorgebouwen door. Op het terras van restaurant De Bosbaan gun ik me een bitter-lemon, het is warm. Op de Bosbaan werken roeiers zich in het zweet. De mensen op het terras kijken gezapig toe. Verder weer, het Amsterdamse Bos in. Ik was benieuwd of ik nog iets zou herkennen van de vogelzang-excursies die we hier organiseerden, nu alweer dertig jaar geleden. Dat blijkt tegen te vallen, ik vind weinig echte herkenningspunten. Wel herinner ik me de vele (± honderd) houten bruggetjes waarvan er geen twee gelijk zijn. |
Ik passeer de A9 en rust in de zon op een bankje in de Oeverlanden De Poel, langs een oude veenplas. Het is prachtig weer, warm!
Het Amsterdamse Bos laat ik achter me en in de volle zon loop ik over de drie kilometer lange Jac. Takkade. Links, in een gebied dat ‘t Land Goosen heet, doen tientallen paarden een collectieve siësta in de velden tussen maneges en een ruitersportcentrum. Rechts, aan de overkant van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder roert zich Schiphol met KLM-gebouwen en gigantische hangars en zinderende asfaltbanen.
De geluiden van landende en opstijgende vliegtuigen worden echter overstemd door de donderende basklanken van een dancefestival aan de zuidwestrand van het Amsterdamse Bos. Op het ritme loop ik verder en om kwart voor zes bereik ik de Kerkweg in Aalsmeer waar m'n auto geparkeerd staat; de eerste etappe zit erop!
De geluiden van landende en opstijgende vliegtuigen worden echter overstemd door de donderende basklanken van een dancefestival aan de zuidwestrand van het Amsterdamse Bos. Op het ritme loop ik verder en om kwart voor zes bereik ik de Kerkweg in Aalsmeer waar m'n auto geparkeerd staat; de eerste etappe zit erop!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Huismus
af en toe een tjilp tevreden, vreedzaam, voldaan heel zen in de zon (Amsterdam) |
Stadsduif
Joost van den Vondel bezoedeld door stadsduiven - cultuurbarbaren (Vondelpark) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|