'Harderwijk is de hoofdstad van de westelijke Veluwe en moet in de middeleeuwen heel wat te beteekenen gehad hebben [...]. We zwierven door de hobbelige straten, vonden een groote kerk, groote kazernes, en hier en daar aardige zeventiende- en achttiende-eeuwse geveltjes en 't poortje van de vroegere Latijnsche School. Het uitzicht over de Zuiderzee is heel mooi en ik ga ook spoedig weer eens hierheen, om langs de zee te wandelen naar Elburg.'
(Jac. P. Thijsse (1915), Langs de Zuiderzee. Zaandam: Verkade)
(Jac. P. Thijsse (1915), Langs de Zuiderzee. Zaandam: Verkade)
Vrijdag 16 november 2018
Plotseling wordt de kille mist - die hardnekkig boven het land hing - verdreven door een glorieus verschijnende zon en binnen twee minuten is er van de melkachtige nevels niets meer over. Door de herfst beschilderde bossen worden in vlam gezet door een lage zon en overwelfd door een blauwe hemel.
Ik bereik Harderwijk, de Hanzestad tussen Veluwe en Wolder-wijd: een bos in de voortuin en een vijver in de achtertuin (of andersom). Vroeger ben ik wel eens in het Dolfinarium geweest, maar verder ken ik het stadje eigenlijk niet. De wandeling start ik bij het Linnaeustorentje, waarin een borstbeeld van botanicus Linnaeus en een plaquette van geneeskundige Boerhaave herinneren aan de twee bekendste studenten die promoveerden aan de Universiteit van Harderwijk (hier gevestigd van 1648 tot 1812). Een prachtige ginkgo biloba staat op het pleintje als restant van de vroegere Hortus Medicus. |
De ginkgo biloba (Japanse notenboom) is een bijzondere boom uit China, komt niet meer in het wild voor maar wordt in kweekvorm veel aangeplant in parken. De ginkgo wordt gezien als een levend fossiel omdat het de enige nazaat is van een geslacht dat lang geleden veel voorkwam. De boom kan meer dan duizend jaar oud worden. In Japan wordt de boom al eeuwenlang als tempelboom aangeplant. Toen er in 1945 een atoombom ontplofte op Hiroshima, werd het leven in de wijde omtrek gedood op een ginkgo na, die daarom wereldwijd het symbool van hoop werd. Zaden en bladeren van de ginkgo worden gebruikt om allerlei kwalen te bestrijden. Deze boom in de vroegere Universiteitstuin is rond de 250 jaar oud en is nu op z'n mooist met de oranjegeel verkleurende bladeren.
Via de intieme Vischmarkt, waar in de tijd van de Hanze graan en vis werd verhandeld, loop ik naar de Vischpoort uit de veertiende eeuw, de enige poort in de middeleeuwse ommuring die nog over is. Bovenop staat het kustlicht uit 1851, ooit een baken voor de vissers op de Zuiderzee. Als je de poort vanuit de stad passeert, zie je tegen de achtergrond van het Wolderwijd de blauwe ufo-achtige koepel en de kleurige glijbanencomplexen van het Dolfinarium.
Vroeger keek je hier uit over de ondiepe Zuiderzee, met zandbanken die enkele tientallen centimeters onder het wateroppervlak verborgen lagen. De verzanding hier, zorgde ervoor dat schepen met een beetje diepgang niet meer konden aanleggen en dus verplaatste de handel zich steeds meer naar de overkant van de Zuiderzee, naar Enkhuizen, Hoorn en Amsterdam.
Vroeger keek je hier uit over de ondiepe Zuiderzee, met zandbanken die enkele tientallen centimeters onder het wateroppervlak verborgen lagen. De verzanding hier, zorgde ervoor dat schepen met een beetje diepgang niet meer konden aanleggen en dus verplaatste de handel zich steeds meer naar de overkant van de Zuiderzee, naar Enkhuizen, Hoorn en Amsterdam.
Toen aan het begin van de twintigste eeuw de plannen voor de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee concreter werden, stond in Harderwijk visser en ondernemer Eibert den Herder op om zich op vele manieren te verzetten tegen deze 'ramp voor Nederland'.
In het lezenswaardige boek 'Polderkoorts' (2017) van Emiel Hakkenes wordt deze strijd goed beschreven. Een kunstwerk van Hans Mes ter nagedachtenis aan Eibert den Herder (1876 - 1950) staat aan de haven. De hoed symboliseert het behoeden van Harderwijk en de Zuiderzee. Toen de strijd van Den Herder een verloren zaak bleek te zijn, legde hij zich vervolgens toe op de bloei van Harderwijk en nu wordt hij wel beschreven als de grondlegger van het toerisme in de stad (een van zijn zoons zette het zeezoogdierenpark Dolfinarium op). |
Botters en andere boten spiegelen zich in het blauwe wateroppervlak van de haven. Daar bovenuit torent de molen, 'De Reus van Weesp', die graan maalde in Weesp en Oldenzaal voordat hij hier werd opgebouwd om pittoresk te zijn. Bij restaurant Veluvia ga ik naar binnen voor een onontbeerlijke cappuccino-pitstop en daarna verlaat ik de stad via buurtschap Frankrijk.
Ik beland in het akkerlandschap rond de Veluwse dorpen Hierden en Hulshorst. Hier heerst rust. Smalle wegen en nog smallere paadjes voeren langs oude hoeven en wallen die ooit zijn opgeworpen ter bescherming tegen oprukkend stuifzand. De lage zon zaait warme kleuren over de bladeren ter compensatie van de koude lucht die door de oostenwind wordt aangevoerd.
Bij kasteel de Essenburgh en bij landgoed Hulshorst stuit ik op de Hierdense beek, de langste Veluwse beek (zeventien kilometer) die van Uddel naar het zevenentwintig meter lagere Veluwemeer stroomt.
De beek wordt, naar de landgoederen waar hij doorheen stroomt, lokaal ook Staverdense respectievelijk Leuvenumse beek genoemd. Het met herfstbladeren bedekte wateroppervlak is nauwelijks van een bospad te onderscheiden. Op de paden onder de beuken trippelen groepjes kepen, de Scandinavische neven van 'onze' vinken, die hier op doortrek (of overwinterend) hun buik vol eten met beukennootjes. |
De bossen openen zich. Heide en stuifzand van het Hulshorsterzand houden me een tijdje aangenaam bezig, hoewel het lopen door dat mulle zand en het bepalen van de koers in dit weidse landschap nog niet meevallen.
Heide en dennenbossen van Leuvenhorst volgen het stuifzandgebied op. De zon die vandaag nauwelijks hoger heeft gestaan dan de boomtoppen, zakt steeds verder achter de bomen wat een mysterieuze sfeer oplevert. De laatste gloed die zich aan de boomtoppen vastklampt dooft tenslotte uit. Het bos wordt donker en kleurloos. De bomen die zich vandaag zo uitbundig strekten in de zon, keren weer in zichzelf en wachten de nacht af, zwaarmoedig en ongenaakbaar.
In de schemering bereik ik Nunspeet. Na de verstilde wandeltocht door boerenland en bossen is het even wennen aan de levendige mensenwereld, maar de gezellige drukte in het vriendelijke plaatsje (het is koopavond) bevalt me wel. Op de Markt vlakbij de dorpskerk kom ik Eibertje tegen. Haar kende ik - in tegenstelling tot Eibert den Herder - niet. Even speuren op internet levert het volgende verhaal op:
Eibertje woonde omstreeks 1850 in het arme Vierhouten. Wekelijks ging ze op pad door donkere bossen en over nevelige heidevelden (waar nog geen paden waren en waar het in die tijd volgens de verhalen nog spookte) om eieren te verkopen op de weekmarkt in Nunspeet. Het is mooi dat er een wandelpad en een jaarlijkse braderie genoemd is naar een van de eerste 'landloopsters'. Wanneer ik 's avonds naar huis rijd, eindigt de verder zo zonnige dag zoals die begon: met mist. |
~~~~
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
WANDELPAD-HAIKU'S
WANDELPAD-HAIKU'S
wandelpad-haiku
drieregelig vogel-vers een observatie |
Keep
een beukenbospad - Viking-vinken op rooftocht plunderen nootjes (Hierden) |
Gaai
op zoek naar eikels - perfect imiteert hij een mauwende buizerd (Hulshorst) |
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|