Etappe 4
Reeuwijkse plassen - Haastrecht (17 km)
Vanmorgen ben ik om kwart voor 9 door R. (mijn vrouw) afgezet bij café-restaurant Reeuwijkse Hout. Het belooft een prachtige najaarsdag te worden. De zon hangt laag in een lichtblauwe hemel. Het smalle wandelpad voert door de Reeuwijkse Plassen.
De grote plassen dragen namen die een ander landschap doen vermoeden:
Links liggen de Broekvelden, een geliefde plas voor tienduizenden overwinterende eenden omdat de diepe plas niet snel dichtvriest. Rechts strekt de ondiepe Ravensberg zich uit, met veel kleine eilandjes en afgezoomd met luxe villa’s en bijpassende jachten. Later loop ik langs Klein Vogelenzang, waarlangs de zeldzame grote karekiet broedt. |
De Nieuwbroekse Dijk in de richting van gehucht Oukoop. Losse groepjes kieviten vliegen traag naar het zuiden; veel haast lijken ze niet te hebben. Geef ze eens ongelijk op deze zonnige dag.
Langs de plas staat een jager met geweer; naast hem een klein jongetje, z’n kleinzoon? Ik stel me zo voor dat opa het ‘weidelijk jagen’ uit probeert te leggen aan het ventje. Ik kan me niet voorstellen dat dat lukt. |
De Kippenkade is een smal voetpaadje door de polder, zoals je in de Krimpenerwaard ook wel ziet. Behalve de overal aangeplante populieren en knotwilgen staan hier met oranje bessen beladen lijsterbessen. Een feest voor de lijsters.
Aan het einde van de kade neem ik plaats op een bankje en kijk uit op een stuk grasland waar in juni 1943 een Lancaster van de Royal Australian Airforce uit de lucht is geschoten door een Duitse nachtjager. De Lancaster was op de terugweg naar Engeland na een bombardement op Düsseldorf. De zeven bemanningsleden, tussen 21 en 29 jaar oud, kwamen om. Op die plek graast nu een grote groep grauwe ganzen. Een roepende veldleeuwerik (‘tsjirrup’) vliegt achter me langs. Verder heerst er een gewijde stilte. |
Even verderop bouwt een gemengde groep vinken, groenlingen en ringmussen een feestje op een omgeploegde akker. Spreeuwen en kauwen hadden geen uitnodiging nodig, die doen gewoon mee. Een gezellige drukte. Rond het middaguur bereik ik het dorpje Driebruggen, waar ik op een kop koffie had gehoopt, maar een café is niet te vinden. Dus pauzeer ik even op een bankje in het dorp, langs een smal pad dat tussen de huizen en de Dubbele Wiericke loopt. Een stukje terug passeerde ik de Enkele Wiericke. Deze twee parallel lopende boezemwateren zijn gegraven om overtollig water vanaf de Oude Rijn te kunnen lozen op de Hollandsche IJssel die een veel lagere waterstand heeft. |
Op de kaarsrechte, twee kilometer lange dijk langs de Dubbele Wiericke loop ik recht tegen de zon en de wind in. De laagstaande zon beneemt me het zicht op de omgeving. En door de stevige wind verwaaien m’n gedachten; die vinden dus geen plekje in m’n notitieboekje. Bij een splitsing neem ik linksaf de alternatieve route die straks langs de Hollandsche IJssel voert. Rechtdoor liep de Tiendweg, een smalle weg tussen knotwilgen die veel leek op de tiendwegen in de Krimpenerwaard (een tiendweg is op een oude veenkade aangelegd en die vind je veel in de Zuid-Hollandse waarden). De alternatieve route is ook iets korter en dat komt goed uit: vanmiddag gaan R. en ik naar Rotterdam waar we vanavond de film ‘De Nieuwe Wildernis’ (over de Oostvaardersplassen) gaan bekijken. |
© Teksten en foto's: 'Landloper' Jacob
|